Nederland heeft weer te maken met zomerse temperaturen. Hoe zit het fiscaal wanneer je besluit je personeel te trakteren op verfrissende versnaperingen? Welke route kun je het beste bewandelen om zowel je medewerkers te plezieren als de meest voordelige fiscale benadering te volgen?
Alle voordelen uit dienstbetrekking zijn voor jouw personeel in beginsel belast. Een verfrissinkje op de werkvloer, zoals een colaatje, biertje of ijsje, is belastingvrij als jij deze uitdeelt of verstrekt.
Een vergoeding hiervoor, dus een financieel extraatje, is in principe belast.
Het begrip ‘werkvloer’ is fiscaal erg ruim. Alle ruimtes waar jij als werkgever volgens de Arbowet verantwoordelijk voor bent, behoren ertoe. Een ijsje of een koel drankje op kantoor, in het magazijn of de werkplaats, is dus onbelast.
Ga jij met jouw werknemers bijvoorbeeld een ijsje eten in de ijssalon tegenover jouw bedrijf, dan is dit niet op de werkvloer en is het ijsje in beginsel dus wel belast. Jij kunt dit voorkomen door het ijsje onder te brengen in de werkkostenregeling (WKR). Het ijsje blijft dan voor jouw werknemers onbelast.
Blijf je met al jouw vergoedingen en verstrekkingen dit jaar binnen de zogenaamde vrije ruimte van de WKR, dan betaal jij als werkgever ook geen belasting.
Schiet jij over de vrije ruimte heen, dan betaal jij 80% belasting over het bedrag boven de vrije ruimte.
De kosten van een onbelast drankje of ijsje zijn slechts beperkt aftrekbaar van jouw winst. Voor ondernemers in de inkomstenbelasting is dit in beginsel voor 80%, voor ondernemingen in de vennootschapsbelasting in beginsel voor 73,5%.
Maak jij veel kosten die maar deels aftrekbaar zijn, dan kun jij er ook voor kiezen een vast bedrag van € 5.100 niet ten laste van de winst te brengen. Ondernemers in de vennootschapsbelasting moeten uitgaan van een vast bedrag dat gelijk is aan 0,4% van de loonsom als dit meer is dan genoemde € 5.100. Dit is het geval bij een loonsom boven de € 1.275.000.