In 2025 blijft het normbedrag voor het gebruikelijk loon gelijk aan dat van 2024, namelijk € 56.000 per jaar. Ook de maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding blijft hetzelfde als in 2024, met een bedrag van € 2.100 per jaar. De vergoeding per maand is in 2025 ook hetzelfde als 2024 en bedraagt maximaal € 210.
Het normbedrag voor het gebruikelijk loon is in 2025 gelijk aan het normbedrag in 2024 en bedraagt € 56.000 per jaar. Bij het vaststellen van de hoogte van het gebruikelijk loon voor een dga en zijn meewerkende partner moet uitgegaan worden van het hoogste van de volgende bedragen:
Is het loon dat hieruit volgt hoger dan het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking? Dan mag je het gebruikelijk loon vaststellen op dat loon. De discussie met de Belastingdienst hierbij zal met name gaan over de vraag of het door jou gestelde loon inderdaad het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking is.
Werkt de dga en/of zijn meewerkende partner in deeltijd? En kun je voldoende aannemelijk maken dat de dienstbetrekking in deeltijd wordt uitgevoerd? Dan kun je op het fulltime loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of het fulltime loon van de meestverdienende werknemer het deeltijdspercentage toepassen voor de vaststelling van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of het loon van de meestverdienende werknemer. Je moet dan wel ook voldoende aannemelijk maken dat dit deeltijd loon ook voor de meest vergelijkbare deeltijddienstbetrekking en/of de meestverdienende in deeltijd werkende werknemer zou gelden. Dit deeltijdspercentage kun je overigens niet toepassen op het bedrag van € 56.000.
In sommige situaties kun je uitgaan van een nog lager loon. Zo kunnen startende ondernemingen, onder voorwaarden, maximaal drie jaar van een lager loon uitgaan als de bv het gebruikelijk loon niet kan betalen door het opstarten van de onderneming. Ook als jouw onderneming zo veel verlies lijdt dat de continuïteit van jouw onderneming in gevaar komt, kun je, onder voorwaarden, van een lager loon uitgaan.
Als het gebruikelijk loon bepaald is, kan het reguliere loon soms lager worden vastgesteld. Naast dit reguliere loon in geld tellen namelijk ook andere looncomponenten mee voor de beoordeling of het loon gebruikelijk is. Denk hierbij aan:
De maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding blijft in 2025 gelijk aan 2024, namelijk € 2.100 per jaar. De vergoeding per maand is in 2025 ook hetzelfde als in 2024 en bedraagt maximaal € 210.
De vrijwilligersvergoeding moet binnen de maximale bedragen blijven en de vrijwilliger moet de werkzaamheden niet bij wijze van beroep verrichten voor aangewezen, niet-commerciële organisaties. De Belastingdienst gaat ervan uit dat de werkzaamheden niet bij wijze van beroep worden verricht als de maximumuurvergoeding in 2025 € 5,60 bedraagt (in 2024 was dit nog € 5,50). Voor vrijwilligers jonger dan 21 jaar bedraagt deze maximum uurvergoeding in 2025 € 3,30 (in 2024 € 3,25).
Eind november 2024 is in de Eerste Kamer een motie aangenomen waarin de regering verzocht wordt om de mogelijkheden te onderzoeken om vrijwilligers en mantelzorgers door bijvoorbeeld een hogere maximale vergoeding meer ruimte te geven om vrijwilligerswerk te doen. De regering is verzocht om de uitkomsten van dit onderzoek voor de Voorjaarsnota 2025 aan de Eerste Kamer voor te leggen.
Heb je vragen over dit nieuwsartikel? Neem gerust contact op met een van onze adviseurs. Wij helpen je graag. Bekijk ook de andere artikelen van onze lonenspecial.