21 januari 2025

Lonenspecial 2025: subsidies en tegemoetkomingen

In dit artikel bespreken we de Subsidieregeling Praktijkleren, de subsidie voor praktijkleren in de derde leerweg, de subsidie voor groepshulpen in de kinderopvang, de SLIM-subsidieregeling, de SLIM-regeling voor scholingssubsidies, de verruimde WBSO, de wijzigingen in de Wet tegemoetkomingen loondomein en de loonkostensubsidieregeling vanuit de Participatiewet.

Subsidieregeling praktijkleren

De Subsidieregeling praktijkleren is een tegemoetkoming voor de kosten die werkgevers maken voor loon of begeleidingskosten van een leerling, student, promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio). Het doel van de regeling is goed opgeleid personeel dat beter voorbereid is op de arbeidsmarkt.

De Subsidieregeling praktijkleren is beschikbaar voor het vmbo, mbo, hbo, promovendi en toio’s, praktijkonderwijs en VSO. Per onderwijscategorie gelden andere voorwaarden. Het is belangrijk dat je voldoet aan deze voorwaarden en de administratie die daarbij hoort. De voorwaarden voor de verschillende onderwijscategorieën vind je hier.

De Subsidieregeling praktijkleren richt zich vooral op:

  • kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt voor wie toegang tot de arbeidsmarkt een probleem is;
  • studenten die een opleiding volgen in sectoren waar een tekort ontstaat aan gekwalificeerd personeel;
  • wetenschappelijk personeel dat onmisbaar is voor de Nederlandse kenniseconomie.

Als je in aanmerking komt voor de Subsidieregeling praktijkleren, dan bedraagt deze maximaal € 2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats. Houd er rekening mee dat dit bedrag lager kan zijn. De definitieve subsidie is namelijk afhankelijk van het aantal goedgekeurde aanvragen.

De Subsidieregeling praktijkleren is in 2023 verlengd tot en met studiejaar 2027/2028.

Let op!

Met ingang van het studiejaar 2023/2024 is een inschrijving in het Register Onderwijs Deelnemers (ROD) voor de leerlingen/studenten waarvoor je subsidie aanvraagt een voorwaarde om voor subsidie in aanmerking te komen. De onderwijsinstellingen zijn verantwoordelijk voor het doorvoeren van de inschrijvingen van leerlingen en studenten voor de opleidingen en voor de perioden van beroepspraktijkvorming (BPV) bij de leerbedrijven

(in het ROD).

Een aanvraag voor het studiejaar 2024/2025 is in 2025 weer mogelijk vanaf maandag 2 juni 2025 tot dinsdag 17 september 2025 17.00 uur.

Subsidie praktijkleren derde leerweg

De Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg blijft ook in 2025 bestaan. Zoals het er nu naar uitziet, blijft de subsidie mogelijk tot en met 2031. De aanvraagperiode voor 2025 is op dit moment nog niet bekend, maar kun je na bekendmaking hier vinden.

Voorwaarden subsidie
Als de voorwaarden in 2025 ongewijzigd blijven ten opzichte van 2024, moet een erkend leerbedrijf een praktijkplaats verzorgen voor een mbo-student in de derde leerweg (overig onderwijs (ovo) of overige opleidingen deeltijd (odt) om voor subsidie in aanmerking te komen. De student moet een werkzoekende zijn of betaalde arbeid verrichten en tijdens de aanvraagperiode staan ingeschreven in het Register Onderwijsdeelnemers (ROD) van DUO.

Omvang subsidie
De subsidie bedraagt maximaal € 2.700 per praktijkplaats. Zijn er meer aanvragen dan het beschikbare budget, dan wordt het budget verdeeld over de aanvragen. Hierdoor kan de subsidie lager zijn dan € 2.700 per praktijkplaats.

Het erkende leerbedrijf moet de subsidie aanvragen binnen een jaar na afloop van de praktijkleerplaats. De subsidie wordt maximaal verstrekt over een periode van 52 aaneengesloten weken, waarvan er maximaal 40 voor subsidie in aanmerking komen.

Let op!

Deze subsidie is niet voor mbo-studenten in de beroepsopleidende leerweg (bol) en beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Voor deze studenten kan de werkgever mogelijk wel in aanmerking komen voor de Subsidieregeling praktijkleren voor het mbo.

Subsidie voor groepshulpen kinderopvang

Kinderopvangorganisaties kunnen ook in 2025 weer subsidie aanvragen voor een praktijk(leer)plaats voor doorontwikkeling van groepshulpen. De aanvraagperiode loopt van 3 november 2025 tot en met 28 november 2025 17.00 uur. Het beschikbare budget in 2025 bedraagt € 1.735.000. De subsidie biedt een tegemoetkoming in de loonkosten van groepshulpen en is aan te vragen bij RVO.nl. Het doel is dat door de subsidie meer groepshulpen worden aangenomen en dat zij kunnen doorgroeien in de kinderopvang.

De subsidie bedraagt maximaal € 10.056 per jaar per groepshulp en is afhankelijk van het aantal contracturen dat de groepshulp per week werkt. Een organisatie kan voor maximaal twee groepshulpen subsidie aanvragen.

De subsidie kent een aantal voorwaarden. Zo moet een groepshulp een arbeidsovereenkomst van ten minste twaalf maanden hebben met een startdatum vanaf 1 augustus 2023 of later. Ook moet de groepshulp deelnemen aan scholing via praktijkleren in het mbo, gericht op het behalen van een praktijkverklaring, mbo-certificaat of diploma. Deze scholing moet tussen 1 augustus 2023 en 31 oktober 2026 zijn gestart. Verder is vereist dat de kinderopvangorganisatie voor de groepshulp eerder ook subsidie heeft gekregen via de Subsidieregeling praktijkleren of praktijkleren in de derde leerweg.

Tip!

De subsidie is ook in 2026 nog beschikbaar. Het beschikbare budget voor 2026 bedraagt € 1.775.000

Ruimere WBSO

Met ingang van 1 januari 2025 is de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) voor werkgevers verruimd. Via de WBSO krijgen werkgevers een tegemoetkoming in de kosten van innovatieve werkzaamheden. De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de kosten van innovatie en van de vraag of het bedrijf een startende onderneming is of niet. Je verrekent de toegekende tegemoetkoming met jouw af te dragen loonheffing.

Wijziging percentages
Er gelden verschillende percentages qua tegemoetkoming. Deze zijn met ingang van 1 januari 2025 verhoogd. Zo gold in 2024 voor kosten tot € 350.000 een percentage van 32% en voor het meerdere 16%. Vanaf 2025 geldt voor kosten tot € 380.000 een percentage van 36% en voor het meerdere 16%. Verder gold voor starters in 2024 een percentage van 40% voor kosten tot € 350.000. Vanaf 2025 geldt een percentage van 50% voor kosten tot € 380.000.

Tarief/Grens20242025
Tarief 1e schijf32%36%
Tarief 1e schijf starters40%50%
Grens 1e schijf€ 350.000€ 380.000
Tarief 2e schijf16%16%

SLIM-subsidieregeling 2025

De SLIM-regeling (de Stimuleringsregeling Leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen) kan je helpen personeel gemotiveerd én gekwalificeerd te houden. De SLIM-subsidie wordt verlengd tot en met 2029 en kent in 2025 twee regelingen: voor individuele mkb-ondernemingen en voor samenwerkingsverbanden in het mkb.

Geen aparte SLIM-regeling meer voor grootbedrijven
Voor grootbedrijven in de sectoren landbouw, horeca en recreatie is het vanaf 2025 niet meer mogelijk om een beroep te doen op de SLIM-regeling. Gebleken is dat deze oorspronkelijke doelgroep niet veel gebruikmaakte van de regeling. Overigens kunnen deze bedrijven nog wel als deelnemer in een samenwerkingsverband aanspraak maken op de SLIM-regeling.

Minder administratie voor SLIM-subsidies tot € 25.000
Voor SLIM-subsidies tot € 25.000 hoeft vanaf 2025 achteraf geen verzoek tot vaststelling meer te worden ingediend. Deze subsidie wordt ambtshalve vastgesteld. Ook de verplichtingen tot het maken van een evaluatieverslag en het bijhouden van een administratie vervallen. Wat blijft, is dat vooraf 50% van het subsidiebedrag als voorschot wordt betaald.

Voorschot SLIM-subsidie samenwerkingsverbanden
Vanaf 2025 kunnen ook samenwerkingsverbanden een voorschot krijgen. De hoogte van het voorschot is afhankelijk van de duur en de hoogte van de subsidie.

Ander subsidiepercentage kleine mkb-ondernemingen
Het subsidiepercentage voor kleine mkb-ondernemingen bedraagt vanaf 2025 60%, net als voor andere ondernemingen. Dit betekent dat zij niet meer tot 80% (zoals in 2024), maar tot 60% van de subsidiabele kosten als SLIM-subsidie kunnen ontvangen vanaf 2025.

Vervallen subsidie praktijkleerplaatsen
Vanaf 2025 vervalt de SLIM-subsidie van maximaal € 2.700 voor een praktijkleerplaats voor een beroepsopleiding of in de derde leerweg bij een erkend leerbedrijf.

Overige wijzigingen
Vanaf 2025 vinden nog meer wijzigingen plaats. Zo wordt onder meer nadrukkelijk in de regeling opgenomen dat activiteiten niet voor de SLIM-subsidie in aanmerking komen als deze alleen ten goede komen aan bestuurders of eigenaren van een onderneming. De bestuurder of eigenaar mag wel deelnemen aan de activiteit, maar niet de enige doelgroep zijn.

Ook kan een subsidieaanvrager vanaf 2025 maximaal drie maanden uitstel aanvragen als de subsidiabele activiteiten niet op tijd zijn afgerond door omstandigheden die hem niet zijn aan te rekenen. Deze uitstelaanvraag is ook mogelijk voor SLIM-subsidies die vóór 2025 zijn verkregen.

Voor het opstellen van een controleverklaring door een accountant – dit is bij subsidies van € 125.000 of meer verplicht –, wordt vanaf 2025 een vaste vergoeding van € 3.000 verstrekt. Deze vaste vergoeding van € 3.000 geldt ook voor SLIM-subsidies die vóór 2025 zijn verkregen. Als de subsidie echter al is verleend, wordt die verleende subsidie niet verhoogd met dit bedrag. Het is wel mogelijk om de begroting te herverdelen en het bedrag van € 3.000 daarin op te nemen.

Aanvraagtijdvakken 2025
Voor de SLIM-regeling voor mkb-ondernemingen zijn in 2025 twee aanvraagtijdvakken (van 3 maart 2025 9.00 uur tot en met 31 maart 2025 17.00 uur én van 1 september 2025 9.00 uur tot en met 30 september 2025 17.00 uur). Voor samenwerkingsverbanden is in 2025 één aanvraagtijdvak (van 2 juni 2025 9.00 uur tot en met 30 juni 2025 17.00 uur).

Budget 2025
Voor mkb-ondernemingen is in 2025 in het eerste aanvraagtijdvak € 12,5 miljoen budget beschikbaar en in het tweede aanvraagtijdvak € 12,5 miljoen. In 2024 was dit € 15 miljoen respectievelijk € 16.131.000.

Voor samenwerkingsverbanden is in 2025 € 20 miljoen budget beschikbaar. In 2024 was dit nog € 22,5 miljoen.

SLIM-regeling: scholingssubsidie

Vanaf maart 2025 komt er binnen de SLIM-regeling waarschijnlijk een scholingssubsidie. De subsidie is eind november 2024 al in een internetconsultatie aangekondigd, maar was begin januari 2025 nog niet officieel gepubliceerd. Voor deze subsidie is tot en met 2027 € 73,8 miljoen budget beschikbaar. Met deze subsidie wordt het mogelijk om (delen) van opleidingen te volgen. Werkzoekenden kunnen zo instromen en werkenden kunnen doorstromen of overstappen naar functies in maatschappelijk cruciale sectoren.

Ontwikkelpaden
De subsidiabele opleidingen worden gebaseerd op sectorale Ontwikkelpaden. Deze Ontwikkelpaden worden door SZW en OCW in cocreatie met sectoren ontwikkeld. Ontwikkelpaden geven inzicht in hoe een (beoogd) werknemer kan instromen en zich binnen de sector stapsgewijs via verschillende functies kan ontwikkelen of over kan stappen naar een andere sector.

Tip!

De scholingssubsidie kan aangevraagd worden door individuele werkgevers, maar ook door samenwerkingsverbanden van O&O-fondsen, werkgevers- en werknemersorganisaties en brancheorganisaties.

Cruciale sectoren
De scholingssubsidie is gericht op maatschappelijk cruciale sectoren. Denk aan techniek/bouw/energie, zorg & welzijn, groen, kinderopvang, onderwijs, ICT, transport en logistiek.

Wijzigingen Wet tegemoetkomingen loondomein

De Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) draagt bij om werkgevers te stimuleren mensen met een kwetsbare positie in dienst te nemen en te houden. In de Wtl is vanaf 2025 nog maar één instrument opgenomen. Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is per 1 januari 2025 afgeschaft, het Jeugd-LIV al per 1 januari 2024.

Afschaffing LIV per 2025
Per 1 januari 2025 is het LIV afgeschaft. Je had voor het jaar 2024 nog wel recht op het LIV voor werknemers die rond het minimumloon verdienen (gemiddeld per uur van minimaal € 14,33 tot en met maximaal € 14,91). Er golden nog meer voorwaarden voor het LIV, onder meer dat voor de werknemer in 2024 minimaal 1248 uren verloond is. Hoewel het LIV in 2025 is afgeschaft, vindt uitbetaling van het LIV 2024 nog wel plaats in juli/augustus 2025.

Tip!

Het is verstandig om te controleren of de verloonde uren goed zijn ingevuld in de aangifte loonheffingen over 2024. Aangiften en correcties op aangiften 2024 die vóór 1 februari 2025 zijn gedaan, worden nog meegenomen in de voorlopige berekening van het LIV 2024 die de werkgever medio maart 2025 ontvangt. Correcties vanaf 1 februari 2025, maar uiterlijk op 1 mei 2025 worden meegenomen in de definitieve berekening van het LIV.

Tip!

Om de afschaffing van het LIV voor sociaal ontwikkelbedrijven te verzachten, ontvangen gemeenten vanaf 2025 een compensatie voor het afschaffen van het LIV.

Loonkostenvoordelen
Voor bepaalde groepen werknemers, die moeilijker aan werk komen, heb je onder voorwaarden recht op een loonkostenvoordeel (LKV). Er zijn vier verschillende soorten LKV’s: voor oudere werknemers, voor arbeidsgehandicapte werknemers, voor de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden en voor herplaatsing van arbeidsgehandicapte werknemers. Voldoe je voor een werknemer aan de voorwaarden voor meerdere LKV’s, dan kun je toch maar een beroep doen op een van de regelingen (naar keuze).

Stapsgewijze afbouw LKV oudere werknemers
Vanaf 2025 wordt het LKV voor werkgevers die oudere werknemers in dienst hebben stapsgewijs afgebouwd. Of die afbouw plaatsvindt en hoe, is afhankelijk van de vraag of de dienstbetrekking vóór 1 januari 2024 begon of niet.

  • Voor dienstbetrekkingen die begonnen vóór 1 januari 2024 blijft het LKV voor oudere werknemers van € 3,05 per verloond uur met een maximum van € 6.000 per kalenderjaar gewoon in stand tot het einde van de looptijd van maximaal drie jaar.
  • Voor dienstbetrekkingen die begonnen op of ná 1 januari 2024 is het LKV per 1 januari 2025 verlaagd naar € 1,35 per verloond uur met een maximum van € 2.600 per kalenderjaar. Vanaf 1 januari 2026 bestaat voor deze dienstbetrekkingen geen recht meer op LKV. Wel vindt voor deze dienstbetrekkingen in 2026 nog uitbetaling van het LKV 2025 plaats.

Let op!

Je moet over een doelgroepverklaring beschikken voor de werknemer. Deze kan de werknemer aanvragen bij het UWV of – bij een bijstandsuitkering – bij de gemeente. De doelgroepverklaring moet binnen drie maanden na aanvang van de dienstbetrekking zijn aangevraagd.

Tip!

Start de dienstbetrekking van jouw oudere werknemer in 2025, ga dan na of je voor de werknemer misschien ook recht hebt op het LKV arbeidsgehandicapte werknemer. Dit LKV wordt namelijk niet afgeschaft en bedraagt ook € 3,05 per verloond uur, met een maximum van € 6.000. Als je een beroep op het LKV arbeidsgehandicapte werknemer kunt doen, word je dus niet geraakt door de afschaffing van het LKV oudere werknemer.

Verruiming LKV herplaatsen werknemer met arbeidshandicap
Vanaf 2025 zijn de criteria van het LKV herplaatsen werknemer met arbeidshandicap verruimd. Voor een werknemer die in de wachttijd van de WIA zijn eigen arbeid geheel of gedeeltelijk hervat of geheel of gedeeltelijk in een andere functie bij u gaat werken, heb je vanaf 2025 namelijk ook recht op dit LKV.

Recht op LKV bij overgang van onderneming
Bij overgang van een onderneming gaan ook de werknemers over naar een nieuwe werkgever. De Belastingdienst ging ervan uit dat het recht op een LKV in zo’n situatie nooit mee overgaat naar de nieuwe werkgever. De Hoge Raad heeft echter op 24 mei 2024 geoordeeld dat een loonkostenvoordeel (LKV) niet vervalt bij een overgang van een onderneming.

Was in jouw situatie ook sprake van overgang van een onderneming, dan blijft het recht op een LKV dus bestaan, mits aan de voorwaarden voor toepassing van het LKV is voldaan. Om in 2025 recht te hebben op het LKV, dient u in de aangifte loonheffingen 2025 het vinkje voor het LKV aan te zetten.

Let op!

Het oordeel van de Hoge Raad is mogelijk ook van toepassing op contractovernames waarbij de arbeidsovereenkomst door een nieuwe werkgever ongewijzigd wordt voortgezet.

Andere aangekondigde wijziging in LKV’s
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft nog meer wijzigingen voor ogen voor de LKV’s. Dit is opgenomen in het Wetsvoorstel banenafspraak dat op 17 oktober 2023 al aangeboden is aan de Tweede Kamer en waarvoor op 20 januari 2025 een plenair debat in de Tweede Kamer gepland staat. In het wetsvoorstel is onder meer opgenomen dat het LKV werknemers doelgroep van de banenafspraak en scholingsbelemmerden vanaf een bepaalde datum structureel beschikbaar wordt. Dit maakt dan een einde aan de maximale toepassingsperiode van de drie jaar die nu geldt. Het is ook de bedoeling dat dan geen doelgroepverklaring meer hoeft te worden aangevraagd. De beoogde ingangsdatum was 1 januari 2025, maar die datum is niet gehaald. Als de Eerste Kamer uiterlijk 1 juli 2025 het wetsvoorstel aanneemt, kan de beoogde ingangsdatum van 1 januari 2026 worden gehaald. Bij aanname na die datum kan inwerkingtreding op zijn vroegst per 1 januari 2027 plaatsvinden

Loonkostensubsidieregeling Participatiewet

Voor werknemers met een arbeidsbeperking die niet in staat zijn met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, kunt u onder bepaalde voorwaarden een loonkostensubsidie krijgen. Deze subsidie compenseert het verschil tussen de loonwaarde van een werknemer en het minimumloon. De maximale subsidie is 70% van het referentiemaandloon. Je kunt daarnaast ook een vergoeding voor de werkgeverslasten krijgen van 25% van de loonsom waarover loonkostensubsidie wordt verstrekt.

Je dient de aanvraag voor de loonkostensubsidie in bij de gemeente waar de werknemer staat ingeschreven. De gemeente moet binnen vijf weken na vaststelling van de loonwaarde (of een beslissing dat een loonwaardemeting achterwege kan blijven) een beschikking afgeven over de aanvraag.

Let op!

Aanvragen moet in beginsel vóór de start van het dienstverband of binnen één maand na de start. Voor een bepaalde doelgroep kun je ook binnen zes maanden na de start de loonkostensubsidie aanvragen. Het gaat hierbij onder meer om schoolverlaters uit het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs of de entreeopleiding mbo en voor mensen die vallen onder de re-integratieverantwoordelijkheid van de gemeente.

Andere regelingen

Naast de hiervoor beschreven subsidies en tegemoetkomingen zijn er nog meer regelingen, bijvoorbeeld:

  • een vergoeding voor een aangepaste werkplek voor een werknemer met een ziekte of handicap;
  • een vergoeding voor een jobcoach voor de begeleiding van een werknemer met een ziekte of handicap;
  • een tegemoetkoming in de loonkosten voor werknemers met een Wajong- of IVA-uitkering (loondispensatie);
  • het in dienst nemen van een werknemer met een no-riskpolis;
  • via een proefplaatsing een werknemer twee maanden op proef laten werken.

Meer weten

Heb je vragen over dit nieuwsartikel? Neem gerust contact op met een van onze adviseurs. Wij helpen je graag. Bekijk ook de andere artikelen van onze lonenspecial.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Lonenspecial 2025: pensioenen
Per 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioen ingegaan. We gaan in op de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het huidige stelsel, de mogelijkheid om 10% pensioen op te nemen na 1 juli 2025 en de nieuwe RVU-regeling voor werknemers in zware beroepen.
Lees verder
arrow right
Lonenspecial 2025: tabellen met cijfers en tarieven 2025
Alle tabellen met cijfers en tarieven op een rij voor 2025.
Lees verder
arrow right
Lonenspecial 2025: varia arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht
In dit nieuwsartikel vind je een overzicht van diverse onderwerpen op het gebied van arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht, waaronder de verhoging van het wettelijk minimumuurloon, transitievergoeding, nieuwe regels voor kinderarbeid en het initiatiefwetsvoorstel voor wettelijk rouwverlof.
Lees verder
arrow right