Uitzonderingen op het gebruikelijk loon
Verlieslijdende bv’s
Aan de dga van een bv die verlies lijdt, kan onder voorwaarden een lager gebruikelijk loon worden toegekend. Voorwaarde is dat het verlies de continuïteit van jouw bedrijf in gevaar brengt. Hiervan is geen sprake bij een incidenteel verlies. Verder moet duidelijk zijn dat jouw bedrijf de rekeningen niet meer kan betalen en dat dit niet het gevolg is van een oplopende rekening-courantschuld, uitgekeerd dividend of andere onttrekkingen.
Innovatieve start-ups
Een innovatieve start-up is een bedrijf dat speur- en ontwikkelingswerk verricht en binnen de WBSO (S&O-afdrachtvermindering) als starter is aangemerkt. Voor dga’s van innovatieve start-ups geldt een lagere loonverplichting. Zij mogen zichzelf in de eerste drie jaar na de start van de onderneming het wettelijk minimumloon toekennen in plaats van het minimale gebruikelijk loon van € 48.000. Een lager gebruikelijk loon dan het minimumloon is wel mogelijk als anders de continuïteit van jouw bv in gevaar komt. Dit moet je dan wel aantonen.
Starters
Ook dga’s van startende bv’s die geen innovatieve activiteiten verrichten, kunnen onder voorwaarden een lager gebruikelijk loon toekennen. Een voorwaarde is dat de bv een hoger gebruikelijk loon niet kan betalen, bijvoorbeeld omdat de bv veel geïnvesteerd heeft en daardoor over onvoldoende financiële middelen beschikt. Een lager gebruikelijk loon voor starters mag maximaal drie jaar lang betaald worden. Is sprake van een eenmanszaak die is omgezet in een bv, dan moet de periode waarin je jouw bedrijf als eenmanszaak dreef van de periode van drie jaar worden afgetrokken. Ook nu is een lager gebruikelijk loon dan het minimumloon mogelijk als anders de continuïteit van jouw bv in gevaarkomt.
Aansprakelijkheid
Een voordeel van de bv is dat de aansprakelijkheid van de dga beperkt is tot het in de bv geïnvesteerde bedrag, oftewel de waarde van de aandelen. Formeel is de dga dus niet aansprakelijk voor de schulden van de bv, tenzij sprake is van wanbeleid. Tevens kan aansprakelijkheid jegens de Belastingdienst ontstaan bij het niet-nakomen van bepaalde verplichtingen, zoals het tijdig melden van betalingsonmacht. In de praktijk komt het echter voor dat banken, bij het verstrekken van een financiering voor de bv, eisen dat de dga in privé meeondertekent. Wanneer de bv haar schulden niet meer kan betalen, worden deze dan toch verhaald op het privévermogen van de dga.
Anders dan een gewone werknemer, is de dga in de regel niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Wanneer geen sprake is van ondergeschiktheid, een gezagsverhouding ontbreekt en de dga niet tegen zijn wil ontslagen kan worden, is er geen sprake van premieplicht. In dat geval moet hij zichzelf dus verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, hoewel dit laatste vrij moeilijk is.
De dga is wel verzekerd voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) en moet hiervoor, net als de zelfstandig ondernemer, zelf de premies betalen. Voor 2022 is de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw vastgesteld op 5,5% van het premieplichtig inkomen, tot een maximuminkomen van € 59.706. De maximale inkomensafhankelijke bijdrage Zvw komt daardoor op € 3.283. Deze bijdrage geldt zowel voor de zelfstandig ondernemer als de dga.
Oudedagsvoorziening
Sinds enige tijd zijn de maximaal aftrekbare bedragen voor het opbouwen van een oudedagsvoorziening beperkt. De ondernemer in de inkomstenbelasting en de dga kunnen hier allebei door worden getroffen. Het uitgangspunt is immers dat een maximaal pensioengevend salaris niet meer dan € 114.866 (2022) mag bedragen. Wil je meer pensioen opbouwen, dan is dit niet meer fiscaal gefaciliteerd. Bovendien wordt voorgesteld vanaf 2023 de dotatie aan de oudedagsreserve voor zelfstandig ondernemers te schrappen. Dit voorstel moet nog worden goedgekeurd door het parlement.
Beperking afschrijven op bedrijfsgebouwen
Sinds 2019 is de afschrijving op alle bedrijfsgebouwen in eigen gebruik voor bv’s beperkt tot 100% van de WOZ-waarde. Hierdoor kunnen bv’s minder afschrijven op hun bedrijfsgebouwen. Deze beperking geldt niet voor ondernemers in de inkomstenbelasting ten aanzien van gebouwen in eigen gebruik.
Zakendoen met jouw bv
Als je een bv hebt, kun je hier als dga ook zakelijk mee handelen. Je bent in feite te vergelijken met een onafhankelijke derde. Zo kun je bijvoorbeeld geld lenen van jouw bv voor een grote aankoop of via jouw bv een hypotheek afsluiten voor de aankoop van een woning. De winst die jouw bv hiermee behaalt, komt dan ten goede aan jouw bv en niet aan jouw bank. Houd er wel rekening mee dat het kabinet leningen bij de bv vanaf 2023 wil maximeren tot € 700.000, maar dat geldt niet voor een hypotheek voor de aankoop van een eerste eigen woning. Houd er ook rekening mee dat je bij dergelijke transacties zakelijke voorwaarden in acht neemt. Denk aan het rentepercentage, onderpand en voortijdig aflossen. Schakel desgewenst een adviseur in om jou hiermee bij te staan.
Wanneer overstappen?
De vraag wanneer je er als mkb-ondernemer verstandig aan doet om over te stappen naar de bv, is niet eenduidig te beantwoorden en hangt af van bepaalde individuele factoren. In het algemeen kan wel worden gesteld dat de overstap pas aantrekkelijk wordt in situaties waarbij een fors deel van de winst niet direct consumptief door de eigenaar-ondernemer wordt gebruikt. Het verdient dan vanuit fiscaal oogpunt veruit de voorkeur via de bv deze winst onbelast als reserves op te potten. De winst kan dan op een later tijdstip worden gebruikt voor bijvoorbeeld investeringen, een grote privéaankoop of om op een eerder tijdstip te stoppen met werken.