Heb je personeel in dienst dat een opleiding volgt? Dan kom je mogelijk in aanmerking voor de subsidieregeling Praktijkleren. Ook is er onder bepaalde voorwaarden een financiële bijdrage mogelijk vanuit een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor jouw branche. In dit nieuwsartikel worden de regelingen uitgelegd.
Daar waar regelingen (tijdelijk) zijn gewijzigd als gevolg van corona, is dat in de tekst opgenomen. Deze advieswijzer is geschreven met de kennis van vrijdag 12 juni.
De subsidieregeling Praktijkleren is bedoeld om werkgevers te stimuleren praktijkleerplaatsen te bieden. Je ontvangt een tegemoetkoming voor de kosten die je als werkgever maakt voor de begeleiding van een leerling of student. Tevens kun je een tegemoetkoming krijgen voor de loon- en begeleidingskosten voor een promovendus of een technologisch ontwerper in opleiding (toio).
De subsidieregeling richt zich vooral op:
Je komt niet voor elke leerling die bij je werkt voor subsidie in aanmerking. De regeling geldt voor de volgende doelgroepen:
Je komt niet voor subsidie in aanmerking als het gaat om deelnemers aan een voltijd hbo- of universitaire opleiding. Ditzelfde geldt voor mbo-bol-opleidingen, EVC-trajecten, deelnemers aan de Derde Leerweg (OVO) en hbo-opleidingen die niet vallen onder Techniek, Gezondheidszorg, Gedrag en Maatschappij of Landbouw en Natuurlijke omgeving. Maatwerktrajecten in het mbo en hbo komen alleen voor subsidie in aanmerking als deze volledig voldoen aan de eisen van een volledig onderwijsprogramma mbo-bbl of hbo-Techniek, hbo-Gezondheidszorg, Gedrag en Maatschappij of hbo-Landbouw en Natuurlijke omgeving. Afstudeerstages komen niet in aanmerking voor subsidie.
Sommige buitenlandse opleidingen komen ook in aanmerking voor subsidie als deze vergelijkbaar zijn met een Nederlandse opleiding voor mbo (bbl) of hbo (duaal/deeltijd in de sectoren Techniek, Gezondheidszorg, Gedrag en Maatschappij of Landbouw en Natuurlijke omgeving). Je dient dan wel in het bezit te zijn van een verklaring dat de buitenlandse opleiding vergelijkbaar is. Deze verklaring kun je aanvragen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
De subsidie wordt toegekend per gerealiseerde praktijkleerplaats. Voor het vmbo, mbo, entreeopleiding vmbo, VSO en PRO wordt onder een gerealiseerde praktijkleerplaats verstaan: het aantal weken waarin in de periode 1 augustus tot en met 31 juli daadwerkelijk onderricht in de praktijk van het beroep plaatsvindt. Om voor de maximale subsidie in aanmerking te komen, dient minimaal 40 weken onderricht in de praktijk in het studiejaar te hebben plaatsgevonden. Voor het hbo wordt onder een gerealiseerde praktijkleerplaats verstaan: het aantal weken waarin in de periode 1 september tot en met 31 augustus daadwerkelijk onderricht in de praktijk van het beroep plaatsvindt. Om voor de maximale subsidie in aanmerking te komen, dient minimaal 42 weken onderricht in de praktijk te hebben plaatsgevonden in het studiejaar. Elke week waarin onderricht is gegeven, telt mee. Het maakt hierbij niet uit op hoeveel dagen in die week begeleiding is gegeven. Een week waarin geen begeleiding is gegeven, bijvoorbeeld door ziekte of vakantie, telt niet mee als gerealiseerde praktijkleerplaats. Het subsidiebedrag wordt dan naar rato verlaagd.
Actualiteit corona
Werkgevers kunnen als gevolg van corona in de periode van 16 maart 2020 tot en met 19 mei 2020 te maken hebben gehad met gedwongen sluiting of een sluiting vanwege de RIVM-richtlijnen. Ook voor deze weken hebben werkgevers – in afwijking van de hoofdregel – recht op subsidie praktijkleren, ook als geen daadwerkelijk onderricht plaatsvond.
Met ingang van het studiejaar 2016/2017 kunnen mbo-bbl-leerlingen ook beroepspraktijkvorming voor een keuzedeel volgen. Hierop is de subsidieregeling praktijkleren niet van toepassing. Alleen de beroepspraktijkvorming voor de kwalificatie van de opleiding komt in aanmerking voor subsidie. De subsidie wordt alleen verstrekt voor de normale duur van de opleiding. Er wordt geen subsidie ontvangen voor vertraging waarbij de normale duur van de opleiding wordt overschreden. Tijdens het tussentijds stopzetten van de opleiding, bijvoorbeeld vanwege zwangerschapsverlof, bestaat geen recht op subsidie. Na hervatting van de opleiding bestaat weer recht op subsidie totdat het maximum (de normale duur van de opleiding) is behaald.
Om in aanmerking te komen voor de subsidie, moet je een erkend leerbedrijf zijn voor vmbo’ers/ mbo’ers, bepaalde leerlingen uit het VSO/PRO en leerlingen uit de entreeopleiding vmbo. Als het gaat om hbo’ers, promovendi en toio’s, moet je door een onderwijsinstelling zijn aangemerkt als een onderneming die een goede begeleiding geeft. Daarnaast moet je voldoen aan de volgende voorwaarden:
Je hoeft geen volledig jaar begeleiding te geven om voor subsidie in aanmerking te komen. Voor het vmbo en mbo, de entreeopleiding vmbo en PRO/VSO gelden nog de volgende, aanvullende voorwaarden:
Niveau | Voorwaarden |
vmbo 3e en 4e leerjaar | - buitenschools praktijkgedeelte met minimaal 640 klokuren en maximaal 1280 klokuren per studiejaar - in elke schoolweek binnenschools onderricht gericht op behalen van startkwalificatie |
mbo-bbl | - minimaal 200 begeleide onderwijsuren per studiejaar door de onderwijsinstellingen - minimaal 610 klokuren beroepspraktijkvorming in het leerbedrijf |
entreeopleiding vmbo | - minimaal 200 begeleide onderwijsuren - minimaal 610 klokuren beroepspraktijkvorming |
PRO/VSO | - minimaal 640 klokuren aan beroepspraktijkvorming - minimaal één dag per week binnenschools onderwijs - maximaal 4 stagedagen per week - duur van de stage is maximaal 50% van de uren dat onderwijs wordt verzorgd |
Om in aanmerking te komen voor de subsidie, moet je de volgende gegevens in je administratie vastleggen:
Omdat de subsidie afhankelijk is van het aantal subsidieaanvragen, is de hoogte van de subsidie voor 2020 nog niet zeker. De verdeling van de beschikbare subsidie vindt jaarlijks plaats na afloop van het studiejaar over alle werkgevers die tijdig een aanvraag hebben ingediend én voldoen aan de eisen voor de subsidie. Het subsidiebedrag is gemaximeerd op € 2.700 per praktijkleerplaats.
De beschikbare subsidie per categorie is voor 2019 vastgesteld op:
Categorie | Bedrag |
Vmbo/VSO/PRO/entreeopleiding vmbo | € 1,3 mln |
Mbo | € 196,8 mln |
Hbo | € 3,1 mln |
Promovendi/toios | € 2,8 mln |
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voert de regeling uit. De subsidie geldt per studiejaar. Je vraagt de subsidie aan na afloop van het studiejaar door middel van een digitaal aanvraagformulier. Voor het studiejaar 2019/2020 kun je vanaf 1 juli 2020 tot en met uiterlijk 16 september 2020 (vóór 17.00 uur) de subsidie aanvragen. Aanvragen die later door RVO.nl worden ontvangen, komen niet in aanmerking voor subsidie.
Om het digitale aanvraagformulier in te vullen, heb je eHerkenning nodig. Voorkom dat je te laat beschikt over eHerkenning en vraag deze tijdig aan.
RVO.nl kan nog tot vijf jaar na het studiejaar waarvoor subsidie is verstrekt controles uitvoeren. Je hebt dan ook de plicht om alle relevante documenten te bewaren tot vijf jaar na afloop van het studiejaar waarvoor subsidie is verstrekt.
Actualiteit corona
In verband met corona is het mogelijk in de periode van 2 juni 2020 09.00 uur tot en met 30 juni 2020 17.00 uur een voorschot aan te vragen. Let op, dit geldt alleen voor bbl-praktijkleerplaatsen in het mbo voor begeleiding gegeven in de periode 1 augustus 2019 tot en met 31 maart 2020. De werkgever moet dan ook een definitieve aanvraag praktijksubsidie indienen. Het voorschot wordt hiermee verrekend.
Sinds maart 2020 is er een nieuwe subsidie voor werkgevers voor het verder laten ontwikkelen van werknemers in het mkb. Een bedrijf wordt voor deze regeling als mkb-bedrijf aangemerkt als er minder dan 250 personen werkzaam zijn en bovendien de jaaromzet niet meer dan € 50 mln. bedraagt en/of het jaarlijkse balanstotaal niet meer dan € 43 mln. bedraagt.
De subsidie kent afzonderlijke voorwaarden voor individuele mkb-ondernemingen, samenwerkingsverbanden in het mkb en grootbedrijven. De subsidie kan aangevraagd worden voor toekomstige activiteiten, zoals het opstellen van een ontwikkelplan waaruit de scholingsbehoefte van de onderneming blijkt, loopbaan- of ontwikkeladviezen en het aanbieden van praktijkleerplaatsen.
De hoogte van de maximale subsidie varieert per doelgroep en bedraagt voor de individuele middelgrote mkb-ondernemers 60% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 24.999 (gemaximeerd tot € 20.000 voor landbouwbedrijven).
De eerste termijn voor aanvraag van de subsidie voor individuele mkb-ondernemingen is inmiddels gesloten. Een tweede termijn staat gepland voor 1 september 2020 09:00 tot 30 september 2020 17.00 uur. Voor samenwerkingsverbanden in het mkb en het grootbedrijf in de landbouw-, horeca- of recreatiesector staat de termijn van aanvraag nog open tot 30 juni aanstaande (17.00 uur). Voor meer informatie over de voorwaarden voor de subsidie en de aanvraag, ga naar www.uitvoeringvanbeleidszw.nl.
Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen kunnen financieel bijdragen aan de scholing van werknemers in hun branche. Deze fondsen worden meestal in het leven geroepen door de werkgevers- en werknemersorganisaties in een bepaalde branche en worden gevuld met bijdragen van aangesloten bedrijven. Afspraken hierover worden gemaakt in cao’s. Alle O&O-fondsen hebben loopbaanadviseurs in dienst die kunnen helpen bij scholings- en opleidingstrajecten voor uw werknemers. Sommige O&O-fondsen bieden ook zelf cursussen aan of ontwikkelen scholingsprojecten voor de branche. Wil je een financiële bijdrage van het O&O-fonds ontvangen, neem dan contact op met jouw brancheorganisatie, want de exacte mogelijkheden en voorwaarden verschillen per sector.
Tip!Bekijk hier een overzicht van alle erkende O&O-fondsen.
Bekijk hier een overzicht van alle erkende O&O-fondsen.