Je hebt geen recht op NOW voor werknemers voor wie je als werkgever geen premies werknemersverzekeringen hoeft af te dragen. Dit is eerder bevestigd door de Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechter voor wat betreft NOW-zaken.
Werkgevers die al dan niet door de coronacrisis met omzetverlies te maken hebben, kunnen onder voorwaarden een beroep doen op de NOW. Deze regeling vergoedt het grootste deel van de loonkosten, zodat werkgevers ondanks de crisis hun personeel kunnen blijven doorbetalen.
Voor het loonbegrip inzake de NOW wordt de Wet financiering sociale verzekeringen gevolgd. Bepaald is dat voor werknemers voor wie geen sociale premies hoeven te worden afgedragen, ook geen NOW verkregen kan worden.
Een advocaat had de NOW ook aangevraagd voor de loonkosten van zijn eigen dochter die bij hem in dienst was. Voor de dochter werden geen premies afgedragen, maar de advocaat was van mening dat hij voor haar desalniettemin recht op NOW had. Volgens de advocaat werd de wet te beperkt toegepast.
Volgens de rechter was niet relevant dat de dochter een fictieve dienstbetrekking bij haar vader heeft en dat over haar salaris loonheffing wordt ingehouden. Slechts is van belang of er premies worden ingehouden en aangezien dit niet gebeurd was, bestond er geen recht op NOW.