In 2022 verandert er niets in de bijtelling voor nieuwe auto’s met een C-uitstoot van meer dan 0 gram per kilometer. Deze blijft, net als in eerdere jaren, gehandhaafd op 22%. Wel gaat de bijtelling voor de elektrische auto veranderen.
Elektrische auto’s
De bijtelling voor de volledig elektrische auto wordt verhoogd van 12 naar 16% voor het deel van de catalogusprijs tot € 35.000. Voor een auto die duurder is dan € 35.000, geldt een bijtelling van 22% over het meerdere.
Hoe de verhoging voor 2022 uitwerkt, hebben wij hieronder met een voorbeeld toegelicht.
Voorbeeld:
Een werknemer heeft een elektrische auto met een catalogusprijs van € 90.000. De bijtelling tot een catalogusprijs van € 35.000 bedraagt 16% en 22% over de resterende € 55.000, oftewel € 17.700 per jaar. In 2021 zou dezelfde werknemer 12% bijtelling betalen over € 40.000 en 22% over de andere € 50.000, oftewel € 15.800. Dit is een verschil van € 1.900 per jaar.
Verdere stijging bijtelling
De bijtelling voor elektrische auto’s gaat de komende jaren verder omhoog. Daarnaast wordt de catalogusprijs waarover de lagere bijtelling mag worden berekend, verlaagd. Zie onderstaande tabel. Vanaf 2026 geldt voor een elektrische auto de reguliere bijtelling van 22%. Deze wordt toegepast over de volledige catalogusprijs.
Jaar | Kortingspercentage | Bijtelling na verrekening korting | Catalogusprijs |
2022 | 6% | 16% | € 35.000 |
2023 | 6% | 16% | € 30.000 |
2024 | 6% | 16% | € 30.000 |
2025 | 6% | 17% | € 30.000 |
2026 e.v. | 6% | 22% | n.v.t. |
De bijtelling wordt vastgesteld voor 60 maanden, geldend vanaf de eerste maand na de maand waarin de auto voor het eerst is toegelaten.
Na afloop van de 60-maandentermijn wordt voor de volledig elektrische auto per jaar bezien of sprake is van een kortingspercentage volgens de op dat moment geldende wet- en regelgeving.
Uitzondering voor auto’s op waterstof
De wijziging dat het bijtellingspercentage van 22% wel telt voor de cataloguswaarde boven € 35.000 (2022), geldt weer niet voor auto’s op waterstof of zonne-energie. Wel wordt de bijtelling ook voor deze auto’s in 2022 verhoogd naar 16%, maar dan over de gehele cataloguswaarde. De overheid stimuleert dit vanwege het innovatieve karakter.
Gevolgen voor auto’s uit 2017
Voor auto’s uit 2017 zal in de loop van 2022 de 60-maandenperiode verstrijken. Dit betekent dat auto’s die in 2017 voor het eerst op kenteken zijn gezet, in de loop van 2022 mogelijk met een nieuwe bijtelling te maken krijgen (als de kentekenregistratie pas in december 2017 plaatsvond, is dit pas per 1 januari 2023).
Het belastingtarief dat bij aankoop van een nieuwe personenauto betaald moet worden (bpm), gaat de komende vier jaar stijgen.
Minder CO2-uitstoot
Nieuwe auto’s worden steeds milieuvriendelijker. Als gevolg daarvan neemt ook de CO2-uitstoot af. Omdat de bpm gekoppeld is aan de CO2-uitstoot, neemt zonder nadere maatregelen ook de opbrengst van de bpm af.
CO2-grens verlaagd, tarieven verhoogd
Om het verlies aan inkomsten via de bpm te voorkomen, worden de CO2-schijfgrenzen voor personenauto’s voor de jaren 2022 tot en met 2025 daarom elk jaar met 2,3% verlaagd. Daarnaast worden de schijftarieven met 2,35% verhoogd. Op deze manier sluit de belastinggrondslag beter aan bij de verwachte CO2-vermindering van nieuwe personenauto’s. Dit geldt ook voor dieselauto’s.
Onderzoek TNO
Genoemde maatregel is genomen op basis van onderzoek door TNO. Deze heeft de te verwachten reductie aan CO2-uitstoot onderzocht, waarbij rekening is gehouden met het feit dat nieuwe auto’s steeds zwaarder worden.
Elektrische auto ontzien
Elektrische auto’s alsmede auto’s op waterstof en zonnecellen, hebben geen last van de verhoging van de tarieven. Deze auto’s zijn namelijk tot en met 2024 vrijgesteld van bpm.
De overheid wil fietsen naar het werk stimuleren, reden waarom sinds 2020 een fiscaal vriendelijke regeling is getroffen voor de ter beschikking gestelde fiets van de zaak. Voor een ter beschikking gestelde fiets moet jaarlijks een bijtelling van 7% van de cataloguswaarde als loon worden aangemerkt.
De regeling geldt alleen als een fiets ter beschikking wordt gesteld en dus eigendom van de werkgever blijft. Bij het vergoeden of verstrekken van een fiets geldt de regeling niet, maar is de werkelijke waarde belast.
De Belastingdienst vindt dat het vergoeden of verstrekken van accessoires die verband houden met een ter beschikking gestelde fiets onbelast is. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld een extra slot of het vergoeden van reparatiekosten.
Verzekering
Het bovenstaande geldt ook voor een fietsverzekering. De Belastingdienst gaat er namelijk van uit dat het hier intermediaire kosten betreft, aangezien de fiets eigendom is van de werkgever.
Regenpak
De Belastingdienst meldt ook dat het vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen van een regenpak in beginsel wel belast is en dat je dit kunt voorkomen door het regenpak onder te brengen in de werkkostenregeling.
Lees ook onze andere updates van de update lonenspecial: