1 juli 2025

Update lonenspecial 2025: pensioenen

Wet toekomst pensioenen

De Wet toekomst pensioenen is per 1 juli 2023 ingegaan, maar er geldt wel een overgangsregime voor bestaande pensioenregelingen tot 2028.

De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het huidige pensioenstelsel:

  1. Alle pensioenregelingen worden premieovereenkomsten, met een flatratepremie
    (= eenzelfde premie voor iedere werknemer, ongeacht de leeftijd) van maximaal 30%. Uiterlijk per 2028, eerder mag.
  2. Bestaande beschikbare premieregelingen met een stijgende staffel mogen in stand blijven voor alle werknemers die per de datum van overgang (uiterlijk 1 januari 2028) al in dienst zijn. Nieuwe werknemers krijgen vanaf die datum wel een flatratepremie.
  3. Er moet adequaat gecompenseerd worden voor werknemers die er mogelijk op achteruitgaan. Dit is globaal de groep van 45-68 jaar. Wat precies adequaat is, is niet vastgelegd en zal derhalve uitonderhandeld moeten worden per werkgever. De compensatie mag in extra pensioen (de flatrate wordt daartoe 33% tot 2037) of via extra salaris. In geval van extra pensioen geldt dat ook voor nieuwe werknemers gedurende de compensatieperiode.
  4. Er komen twee soorten pensioenregelingen, waarbij partijen kunnen kiezen tussen de solidaire premieovereenkomst of de flexibele premieovereenkomst. De eerste voorziet onder andere in beschermingsrendement voor gepensioneerden en mag een buffer kennen van maximaal 15% van het pensioenvermogen om mogelijke verlagingen van ingegane en nog niet-ingegane pensioenen op te vangen.
  5. Opgebouwde (middel- of eindloon) pensioenen bij een verzekeraar mogen gewoon in stand blijven. Lopende middelloonregelingen mogen nog tot 2028 omgezet worden in een stijgende beschikbare premiestaffel (die dan weer voortgezet mag worden voor zittende werknemers).
  6. Het partnerpensioen wordt gestandaardiseerd en mag maximaal 50% van het salaris bedragen en wordt altijd op risicobasis verzekerd.
  7. De lijfrenteaftrek gaat ook naar 30% (was 13,3%) en de tijdelijke oudedagslijfrente blijft bestaan.
  8. Het pensioen mag nog maar vanaf tien jaar voor AOW-datum ingaan. Er hoeft dan geen verklaring meer te worden overgelegd dat uit het arbeidsproces wordt gestapt. Nu is de ingangsdatum nog helemaal vrij, maar er moet bij meer dan vijf jaar voor AOW-datum wel een verklaring overgelegd worden dat gestopt wordt met werken.
  9. Tot slot mogen sociale partners verder praten over een regeling voor zware beroepen. Het huidige boetevrije Recht op Vervroegde Uittreding (vanaf drie jaar voor AOW-datum) loopt per 2025 af.

Uiteraard moet de hele pensioentransitie goed vastgelegd worden door middel van een transitieplan (waarin alle keuzes en gevolgen worden uitgelegd) en een communicatieplan. Daarmee moeten zowel interne als externe toezichthouders instemmen. Het individuele bezwaarrecht van artikel 85 Pensioenwet is tijdelijk buiten werking gesteld. Nu kan een individuele werknemer bezwaar maken bij een collectieve waardeoverdracht. Om te bewerkstelligen dat iedereen overgaat naar het nieuwe systeem, is besloten dat hiertegen geen bezwaar mogelijk is. Alleen als de werkgever niet invaart of gebruikmaakt van het overgangsregime is formeel geen transitieplan nodig. Dat laat onverlet dat alle keuzes goed moeten worden vastgesteld en besproken moeten worden met de ondernemingsraad en werknemers.

Let op!

Als blijkt dat de transitie niet per 2028 lukt, kan de termijn (die formeel nog op 2027 staat, maar waarvoor de verlenging naar 2028 wel al is opgenomen in een wetsvoorstel dat inmiddels op 20 mei 2025 door de Tweede Kamer is aangenomen) verlengd worden met een jaar voor individuele pensioenfondsen. De Nederlandsche Bank als toezichthouder geeft hiervoor dan toestemming. Mocht blijken dat het voor heel veel uitvoerders geldt, dan kan er uiteraard een generaal pardon komen vanuit de wetgever. Volgens het eerste advies van de regeringscommissaris, dat op 19 juni 2024 bekend werd, is verdere verlenging van de uiterste transitietermijn overigens niet nodig.

Opname ineens van 10% pensioen vanaf 1 juli 2026

De mogelijkheid voor werknemers om 10% van hun pensioen ineens op te nemen, is opnieuw uitgesteld. De beoogde ingangsdatum is inmiddels 1 juli 2026.

Voorwaarden uitbetalen

In het wetsvoorstel waar dit geregeld wordt, is opgenomen dat je op de dag dat het pensioen ingaat, ineens een bedrag van maximaal 10% van het pensioen kunt opnemen. Dit bedrag mag je vrijelijk besteden.

Je kunt er echter ook voor kiezen om de 10% pensioen op een later moment uit te laten betalen. Echter, dit kan alleen als je pensioeningangsdatum in de maand ligt waarin je de AOW-leeftijd bereikt of als de pensioeningangsdatum op de eerste dag ligt, volgend op die maand.

Weer uitstel

De mogelijkheid om 10% van het pensioen ineens op te nemen, zou oorspronkelijk op 1 januari 2023 ingaan. Deze ingangsdatum is al diverse keren uitgesteld, inmiddels dus naar 1 juli 2026. Het wetsvoorstel is op 8 oktober 2024 aangenomen in de Tweede Kamer en ligt nu nog ter goedkeuring bij de Eerste Kamer.

Geen combinatie hoog-laagpensioen en overbruggingspensioen

Veel pensioenregelingen bieden nu al de mogelijkheid om eerst een hoger pensioen te ontvangen en daarna een lager, of omgekeerd. De pensioenuitkeringen mogen onderling dan maximaal 25% in omvang verschillen. Ook bieden veel pensioenregelingen de mogelijkheid om te kiezen voor een overbruggingspensioen dat uitkeert tot de AOW-datum. Het is echter niet mogelijk dit te combineren met het ineens opnemen van 10% op de pensioendatum.

Tip!

Overweegt je medewerker om in de toekomst gebruik te maken van de mogelijkheid om 10% van het pensioen ineens uit te laten betalen? Overleg dan met een van onze adviseurs wat de eventuele (fiscale) gevolgen zijn in de specifieke situatie van jouw medewerker.

Versoepeling pseudo-eindheffing RVU verlengd tot en met 2028

De huidige RVU-regeling, de regeling vervroegde uittreding, stopt op 31 december 2025. Na die datum is het niet meer mogelijk om er gebruik van te maken. In oktober 2024 was al een akkoord gesloten voor een verlenging van de versoepeling van de regeling voor mensen met zwaar werk. In de Voorjaarsnota 2025 is nu ook een verlenging van de versoepeling en een verhoging van de drempelvrijstelling opgenomen.

Pseudo-eindheffing RVU

Als een werkgever een uitkering doet zodat een oudere werknemer eerder kan stoppen met werken, is de werkgever hierover een pseudo-eindheffing verschuldigd van 52%. Van een dergelijke regeling voor vervroegde uittreding is sprake als de regeling het effect heeft dat een periode wordt overbrugd tot een pensioenregeling of totdat de AOW start. Ook uitkeringen die een pensioenregeling aanvullen, worden als zodanig aangemerkt

Let op!

In handreikingen en in de jurisprudentie zijn verduidelijkingen gegeven over de vraag of sprake is van een RVU of niet. Neem voor meer informatie hierover contact op met een van onze adviseurs.

Tijdelijke versoepeling pseudo-eindheffing RVU

Vanaf 1 januari 2021 geldt een tijdelijke versoepeling van de pseudo-eindheffing RVU. Hierdoor kunnen werkgevers maximaal drie jaar voor de AOW-leeftijd van een werknemer een bedrag meegeven aan de werknemer, zonder dat hierover de pseudo-eindheffing verschuldigd is. Dit bedrag is gelijk aan de drempelvrijstelling die jaarlijks opnieuw vastgesteld wordt. Is de RVU-uitkering hoger dan de drempelvrijstelling, dan is over het meerdere wel 52% pseudo-eindheffing verschuldigd.

JaarDrempelvrijstelling bruto per maand
2021€ 1.847
2022€ 1.874
2023€ 2.037
2024€ 2.182
2025€ 2.273

Let op!

De tijdelijke versoepeling eindigt eind 2025. Er geldt wel overgangsrecht, waardoor er voor een uiterlijk op 31 december 2025 overeengekomen RVU, in de jaren 2026 tot en met 2028 nog gebruik kan worden gemaakt van de drempelvrijstelling.

Verlenging versoepeling en verhoging drempelvrijstelling

In de Voorjaarsnota 2025 is opgenomen dat de versoepeling van de pseudo-eindheffing RVU met drie jaar wordt verlengd, tot en met 2028. Voorwaarde is dat de RVU’s beheerst en meer gericht worden ingezet voor werknemers die door de zwaarte van hun werk niet gezond kunnen doorwerken tot de AOW-leeftijd. Hiervoor is binnen TNO na de zomer van 2025 een expertisecentrum Zwaar werk operationeel, dat als taak heeft de afbakening van de RVU-doelgroep in cao’s te valideren. TNO heeft een kader ontwikkeld van de belastende werkelementen waar TNO naar kijkt bij deze validering. Ook is de handreiking RVU geactualiseerd met de RVU-regeling vanaf 2026.

Er is ook budget opgenomen voor verhoging van de drempelvrijstelling met € 300 per maand. Daarnaast is er budget gereserveerd voor een mogelijke verlenging van de versoepeling vanaf 2029.

Verhogen pseudo-eindheffing tot maximaal 65%

Ter dekking van de verlenging van de versoepeling en verhoging van de drempelvrijstelling is in de Voorjaarsnota 2025 opgenomen dat de pseudo-eindheffing vanaf 2026 in stappen wordt verhoogd tot deze in 2028 65% bedraagt. Ook voor 2029 en 2030 lijkt de heffing op 65% te blijven.

Belastingplan 2026

De verlenging en verhogingen zijn nog niet definitief. Het plan is om de verlenging en verhogingen op te nemen in het Belastingplanpakket 2026, dat op Prinsjesdag 2025 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Daarna moet zowel de Tweede als de Eerste Kamer nog instemmen. Nu het kabinet inmiddels demissionair is, is onduidelijk of deze plannen doorgaan.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Update lonenspecial 2025: internationaal
De 30%-regeling is een fiscale faciliteit waarmee werkgevers, onder strikte voorwaarden, tot 30% van het salaris belastingvrij kunnen uitkeren aan medewerkers die uit het buitenland zijn aangetrokken. Dit is bedoeld om de extra, zogenoemde extraterritoriale kosten te compenseren. Eerder was gepland om de regeling te versoberen, maar een groot deel daarvan is per 2025 teruggedraaid. Vanaf 2027 daalt het belastingvrije percentage naar 27% en worden de salarisnormen verhoogd.
Lees verder
arrow right
Update lonenspecial 2025: subsidies en tegemoetkomingen
De Subsidieregeling praktijkleren biedt werkgevers een vergoeding voor de kosten van loon of begeleiding van een leerling, student, promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio). Deze regeling heeft als doel om personeel goed op te leiden en zo beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt.
Lees verder
arrow right
Update lonenspecial 2025: tarieven loonbelasting, premies, heffingskortingen en varia
In 2025 is de belastingdruk in de loonbelasting vooral voor werknemers met een middeninkomen lager dan in 2024. Dit is het gevolg van de invoering van een extra tariefschijf.
Lees verder
arrow right