Heb je vóór 1 oktober 2021 de intentie vastgelegd om jouw IB-onderneming vanaf het jaar 2021 geruisloos in te brengen in een bv? Dan moet je nu snel in actie komen als deze inbreng nog niet is afgerond.
Bij een geruisloze inbreng in een bv hoef je geen inkomstenbelasting te betalen over stille en fiscale reserves en goodwill in de onderneming. De bv neemt als het ware fiscaal de plaats in van jouw IB-onderneming.
De oudedagsreserve kan niet zonder meer doorgeschoven worden naar de bv, maar er zijn wel mogelijkheden om deze om te zetten in een lijfrente bij de bv.
Als er plannen zijn om een IB-onderneming geruisloos in een bv te brengen, is het altijd verstandig om deze intentie vast te leggen in een voorovereenkomst. Wanneer deze voorovereenkomst vóór 1 oktober 2021 naar de Belastingdienst is gezonden, kan de inbreng in de bv met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021 plaatsvinden.
Voorwaarden voor deze terugwerkende kracht zijn wel dat de oprichting van de bv én de inbreng van de onderneming in de bv plaatsvinden binnen 15 maanden ná 1 januari 2021. Dit betekent dat je nog tot en met 31 maart 2022 de tijd heeft om een bv op te richten en jouw onderneming in te brengen.
Voor 2022 gelden dezelfde spelregels. Registreer je vóór 1 oktober 2022 jouw voorovereenkomst bij de Belastingdienst? En richt je uiterlijk 31 maart 2023 een bv op en brengt je jouw IB-onderneming uiterlijk op die datum in? Dan kan dat, mits je aan alle overige voorwaarden voldoet, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022.