Werk je voor een werkgever die in Nederland niet inhoudingsplichtig is voor de loonbelasting? Dan kan je in de aangifte inkomstenbelasting een bedrag aftrekken.
Een werkgever kan een werknemer, onder voorwaarden, onbelaste vergoedingen geven door deze aan te wijzen als eindheffingsloon in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Deze vrije ruimte bedraagt in 2023 3% over de eerste € 400.000 van de totale loonsom van de werkgever en 1,18% over het bedrag daarboven.
Om inwoners van Nederland met een Nederlandse werkgever hetzelfde te behandelen als inwoners van Nederland met een buitenlandse werkgever die niet inhoudingsplichtig is voor de loonbelasting, is in de inkomstenbelasting een vergelijkbare wettelijke bepaling opgenomen. De Hoge Raad oordeelde in 2022 dat door deze wettelijke bepaling werknemers met een niet-inhoudingsplichtige werkgever de vrije ruimte in aftrek kunnen brengen op hun inkomen in de inkomstenbelasting.
Tip!
Deze werknemers kunnen dus in 2023 in principe zonder nadere voorwaarden 3% van hun aan Nederland toe te rekenen brutoloon (tot een maximum van € 400.000, voor het deel van het bruto loon daarboven 1,18%) aftrekken in de inkomstenbelasting.
Dit geldt alleen als de buitenlandse werkgever niet-inhoudingsplichtig voor de loonbelasting is in Nederland. Of dat wel of niet het geval is, volgt uit de wet op de loonbelasting. Onze adviseurs kunnen je hier meer over vertellen.
In de loonbelasting gelden voor bepaalde vergoedingen ook gerichte vrijstellingen. Als iets gericht vrijgesteld is, kan dit onder voorwaarden onbelast vergoed worden aan een werknemer. Zo is bijvoorbeeld in 2023 de vergoeding van zakelijke reiskosten met een vervoermiddel van de werknemer onbelast tot een bedrag van € 0,21 per kilometer.
Een gerechtshof oordeelde in 2022 dat de inwoner van Nederland met een buitenlandse werkgever die niet inhoudingsplichtig is voor de loonbelasting, ook de zakelijke kosten waarvoor een gerichte vrijstelling geldt in aftrek mag brengen in de aangifte inkomstenbelasting.
Deze zaak ligt nog voor bij de Hoge Raad. Als de Hoge Raad het oordeel van het gerechtshof bevestigt, betekent dit dat deze werknemers ook bijvoorbeeld hun zakelijke kilometers tegen € 0,21 per kilometer in aftrek kunnen brengen in hun aangifte inkomstenbelasting.