Als je milieuvriendelijk investeert, kun je in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) en voor de Vamil (willekeurige afschrijving milieu-investeringen). Voor deze faciliteiten gelden vaak zeer specifieke eisen. Die eisen mogen niet onevenredig zwaar uitpakken, aldus de rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Als een bedrijfsmiddel voor de MIA in aanmerking komt, betekent dit dat je een percentage van de aanschafprijs extra mag afschrijven. Het percentage hangt af van het bedrijfsmiddel. Dit jaar zijn de percentages 13,5%, 27% en 36%, volgend jaar worden ze verhoogd naar 27%, 36% en 45%.
Een bedrijfsmiddel waarop je de Vamil kunt toepassen, kun je willekeurig voor 75% afschrijven. Dat kan desgewenst al in het eerste jaar. Op het restant van de aanschafprijs schrijf je normaal af. De Vamil levert je een liquiditeits- en rentevoordeel op.
Let op!
Je mag op een bedrijfsmiddel de MIA en/of de Vamil toepassen als het bedrijfsmiddel op de Milieulijst staat.
De bedrijfsmiddelen op de Milieulijst moeten vaak aan erg specifieke eisen voldoen. Die zijn vaak bedoeld om ervoor te zorgen dat de milieuwinst van het bedrijfsmiddel overeenkomt met de bedoeling van de wetgever. Soms zijn de eisen echter onverklaarbaar.
In een zaak die eerder diende voor de rechtbank Zeeland-West-Brabant had een agrariër fors geïnvesteerd in milieuvriendelijke varkensstallen. Hiervoor was vereist dat een stalontwerpcertificaat diende te zijn afgegeven vóórdat de investering werd aangemeld bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de organisatie die de Milieulijst uitvoert. Helaas was het certificaat niet tijdig afgegeven, wat de agrariër op een flinke naheffing kwam te staan.
De rechter stelde dat de eis inzake de tijdige aanlevering van het stalontwerpcertificaat gebaseerd was op de Milieulijst. Dit is geen wet in formele zin. De inspecteur kon ter zitting niet duidelijk maken wat het nut is van de eis inzake het certificaat. Omdat de agrariër verder voldeed aan alle eisen inzake de MIA en Vamil, kende de rechter de faciliteiten toch toe.
Volgens de rechter woog het financiële belang van de agrariër namelijk ruimschoots op tegen het doel van de eis inzake het stalontwerpcertificaat. Toepassing van het evenredigheidsbeginsel betekende dan ook dat de fiscus in het ongelijk werd gesteld.
Heb je vragen over de toepassing van de MIA en Vamil-faciliteit? Neem dan contact met ons op.