De mestproductieplafonds voor 2024 en 2025 zijn verlaagd in overeenstemming met de derogatiebeschikking. Hoewel de gevolgen voor 2024 beperkt lijken te zijn, neemt de kans op overschrijding toe vanwege de aanzienlijke daling van het nationale mestproductieplafond in 2025.
Als de productie van 2023 wordt vergeleken met de mestproductieplafonds van 2024, dan blijkt dat de nationale productie 2023 lager was dan het nieuwe plafond 2024. Dit geldt ook voor de sectorplafonds.
Tabel 1. Stikstof- en fosfaatplafonds in miljoen kg
Sector | Stikstof | Fosfaat | ||
Plafond | 2023 |
Plafond | 2023 | |
Nationaal | 489 | 467 | 151 | 145 |
Melkvee | 287 | 274 | 74 | 73 |
Varkens | 92 | 85 | 37 | 33 |
Pluimvee | 55 | 53 | 24 | 22 |
Voor 2025 zijn nu alleen nog nationale mestproductieplafonds vastgesteld, namelijk 440 miljoen kg stikstof en 135 miljoen kilogram fosfaat. Een daling van circa 10%. In hoeverre dit tot problemen gaat leiden is afhankelijk van diverse factoren zoals de opkoopregelingen, eventuele voermaatregelen en ook de korting die wordt toegepast bij de verkoop van fosfaatrechten.
De gevolgen van de aanscherping van de plafonds lijken voor 2024 beperkt te zijn. Vanaf 2025 kan dit leiden tot extra maatregelen.