13 januari 2021
Lonenspecial: varia loon- en premieheffing
Wijzigingen in de inkomstenbelasting
Het basistarief in de inkomstenbelasting is in 2021 gedaald naar 37,10% (37,5% in 2020). Dit tarief geldt voor het inkomen tot € 68.507. Zowel werkenden als mensen met een uitkering hebben hier een voordeel van.
Tabel 1. Belastingtarieven box 1 2021 voor mensen zonder AOW
Belastbaar inkomen | Tarief 2021 |
€ 0 t/m € 68.507 | 37,10% |
€ 68.507 of meer | 49,50% |
Heffingskortingen
Naast bovengenoemde wijziging in het belastingtarief is er ook het een en ander gewijzigd in de heffingskortingen. Het besteedbaar inkomen van mensen met een inkomen tot € 68.507 neemt toe in 2021. Dit komt door de verhogingen van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting.
Algemene heffingskorting
De algemene heffingskorting bedraagt in 2021 maximaal € 2.837. In 2020 bedroeg dit nog € 2.711. Deze verhoging is vooral gunstig voor de koopkracht van mensen met lagere inkomens.
Arbeidskorting
Naast de algemene heffingskorting stijgt in 2021 ook de arbeidskorting. De maximale arbeidskorting in 2021 bedraagt € 4.205. In 2020 was dit € 3.819. Ook deze verhoging is vooral gunstig voor de koopkracht van mensen met een lager inkomen.
Wettelijk minimumloon stijgt licht
Het wettelijk minimumloon stijgt per 1 januari 2021 met 0,29%. Daarmee komt het minimumloon per maand uit op € 1.684,80. Het minimumloon geldt voor werknemers van 21 jaar en ouder en wordt jaarlijks op 1 januari en 1 juli aangepast aan de cao-lonen. Het minimumloon geldt bij een volledige werkweek. Hoeveel uur dit per week is, verschilt per branche. Dit kan 40 uur zijn, maar sommige branches hanteren een kortere werkweek van bijvoorbeeld 38 of 36 uur.
Minimumjeugdlonen stijgen ook
De minimumjeugdlonen bedragen een vast percentage dat afgeleid is van het minimumloon en stijgen dus ook met 0,29%. Onderstaande tabel geeft voor elke leeftijd een weergave van het per 1 januari 2021 geldende wettelijk minimumloon.
Leeftijd | Staffeling | Per maand | Per week | Per dag |
21 jaar en ouder | 100% | € 1.684,80 | € 388,80 | € 77,76 |
20 jaar | 80% | € 1.347,85 | € 311,05 | € 62,21 |
19 jaar | 60% | € 1.010,90 | € 233,30 | € 46,66 |
18 jaar | 50% | € 842,40 | € 194,40 | € 38,88 |
17 jaar | 39,5% | € 665,50 | € 153,60 | € 30,72 |
16 jaar | 34,5% | € 581,25 | € 134,15 | € 26,83 |
15 jaar | 30% | € 505,45 | € 116,65 | € 23,33 |
Beroepsbegeleidende leerweg
Voor leerlingen die de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgen en die de leeftijd van 15 tot en met 17 jaar hebben, gelden dezelfde bedragen als voor andere jongere werknemers. Maar voor leerlingen in de BBL in de leeftijd van 18 tot en met 20 jaar gelden afwijkende wettelijke minimumjeugdlonen. Onderstaande tabel geeft hiervan per leeftijd een weergave.
Leeftijd | Staffeling bbl | Per maand | Per week | Per dag |
21 jaar | 100% | € 1.680 | € 388,80 | € 77,76 |
20 jaar | 61,50% | € 1.036,15 | € 239,10 | € 47,82 |
19 jaar | 52,50% | € 884,50 | € 204,10 | € 40,82 |
18 jaar | 45,50% | € 766,60 | € 176,90 | € 35,38 |
Premies werknemersverzekeringen 2021
De nieuwe premies voor de volksverzekeringen en werknemersverzekeringen zijn bekendgemaakt. Deze percentages moet je vanaf 1 januari 2021 hanteren bij het invullen van de loonaangifte van jouw werknemers.
De hoge en lage premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf-premie) zijn 0,24%- punt lager dan in 2020. De premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof-premie) en de rekenpremie voor de Werkhervattingskas (Whk) zijn iets verhoogd. Daarnaast is het maximumpremieloon hoger dan in 2020.
Een overzicht van deze premies is ook weergegeven in de onderstaande tabel.
Premies | 2020 | 2021 | |
AOW | Ouderdomsfonds | 17,90% | 17,90& |
ANW | Nabestaandenfonds | 0,10% | 0,10% |
AWf | Algemeen Werkloosheidsfonds | ||
AWf-laag | 2,94% | 2,70% | |
Awf-hoog | 7,94% | 7,70% | |
Ufo | Uitvoeringsfonds voor de overheid | 0,68% | 0,68% |
Sfn/Ufo | Uniforme opslag kinderopvangtoeslag | 0,50% | 0,50% |
Aof | Arbeidsongeschiktheidsfonds | 6,77% | 7,03% |
Whk | Werkhervattingskas | 1,28% | 1,36% |
Maximumpremieloon in 2021
Het maximumpremieloon is per 2021 gestegen. In 2021 bedraagt dit op jaarbasis € 58.311. In 2020 was dit € 57.232. Jij als werkgever hoeft geen premies te betalen over het meerdere dat een werknemer verdient. Dit maximumbedrag wordt ook gebruikt bij het berekenen van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw).
Premiepercentages inkomensafhankelijke bijdrage Zvw 2021
De nieuwe percentages voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) zijn vastgesteld. De premies voor de Zvw gaan per 2021 met 0,3%-punt omhoog.
Werknemers
Door de verhoging zijn werkgevers voor 2021 voor hun werknemers een premie verschuldigd van 7,0% van het premieloon in plaats van de 6,70% over 2020. Dit is een premiestijging van 4,5%.
Zelfstandigen en dga’s
Voor zelfstandigen en dga’s bedraagt de Zvw-premie vanaf 2021 5,75% in plaats van 5,45% (2020). Dit is een premiestijging van 5,5%.
Bovenstaande wijzigingen worden ook in de onderstaande tabel weergegeven.
Premie | 2020 | 2021 |
Zvw werkgeversheffing | 6,70% | 7,00% |
Zvw werknemersbijdrage | 5,45% | 5,75% |
Premiemaximum omhoog
De Zvw kent ook een premiemaximum. Het maximum stijgt in 2021 van € 57.232 naar € 58.311. Tot dit maximum is Zvw-premie verschuldigd. Dit betekent dat werkgevers in 2021 voor hun personeel maximaal € 248 meer kwijt zijn aan de Zvw-premie dan in 2020.
Uitbreiding subsidieregeling praktijkleren
De subsidie is een tegemoetkoming voor de kosten die werkgevers maken voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. Erkende leerbedrijven in de sectoren landbouw, horeca en recreatie in het mbo krijgen tot en met 2024 een extra toeslag. De subsidieregeling praktijkleren loopt echter tot en met eind 2022. Er is nog niets bekend over een verlenging van de regeling. Daarom is nu nog niet duidelijk hoe de toeslag voor de studiejaren 2022/2023 en 2023/2024 beschikbaar komt.
De verdeling van het budget over de onderwijscategorieën in 2021 is nog niet bekend. Momenteel is de regeling tijdelijk gesloten en kunnen er geen aanvragen worden ingediend.
SLIM-subsidieregeling 2021
Ook voor 2021 kunnen mkb-bedrijven subsidie krijgen voor bepaalde vormen van scholing, namelijk via de Stimuleringsregeling leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen (SLIM). Net als voor het jaar 2020 kunnen de aanvragen voor de subsidieregeling worden ingediend, van 2 t/m 31 maart 2021 en voor de tweede openstelling van 1 t/m 30 september 2021. Er wordt € 15 miljoen beschikbaar gesteld voor de eerste aanvraagperiode in maart. De tweede ronde kan rekenen op € 14,5 miljoen voor de aanvragen in september. Ten opzichte van 2020 is er echter wel wat veranderd. De aanvraagperiode voor grootbedrijven en samenwerkingsverbanden in horeca, landbouw en de recreatie is namelijk aanzienlijk verkort.
De maximale subsidie per werkgever bedraagt € 24.999 (voor landbouwbedrijven max. € 20.000). Voor samenwerkingsverbanden van meerdere organisaties is het maximum € 500.000. De subsidiabele kosten moeten ten minste € 5.000 of meer bedragen.
Ook landbouw, horeca en recreatiesector
Ook grotere bedrijven in de landbouw-, horeca- en recreatiesector komen voor de subsidie in aanmerking. Dit vanwege het feit dat in deze sectoren vaak gewerkt wordt met seizoenarbeiders.