Risico-inventarisatie en -evaluatie
De Inspectie SZW controleert bedrijven op de aanwezigheid van een Risico-inventarisatie en
-evaluatie (RI&E). Bij overtreding zal de inspectie bovendien direct een boete opleggen, die ook nog eens hoger is dan voorheen.
RI&E voor kleine werkgevers vrijgesteld van toetsing
Kleinere werkgevers met maximaal 25 werknemers hoeven hun RI&E niet te laten toetsen. Deze vrijstelling geldt alleen als je gebruikmaakt van een erkend RI&E-instrument voor jouw branche. Grotere werkgevers moeten de RI&E altijd laten toetsen.
Voorwaarden erkende branche-RI&E
Erkende RI&E-instrumenten voor de verschillende branches moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo moeten werkgevers en werknemers uit dezelfde branche het instrument in samenwerking hebben opgesteld. Het instrument moet ook getoetst zijn door een gecertificeerde arbokerndeskundige. We kennen de volgende arbokerndeskundigen:
- De bedrijfsarts;
- De arbeids- en organisatiedeskundige (A&O-deskundige);
- De hogere veiligheidskundige (HVK);
- De arbeidshygiënist.
Verder moet het instrument aangemeld zijn bij het Steunpunt RI&E en op de website (www.rie.nl) digitaal verkrijgbaar zijn.
Medezeggenschap heeft instemmingsrecht
De RI&E en het plan van aanpak moeten na de toetsing door de gecertificeerde arbokerndeskundige ook worden toegezonden aan de ondernemingsraad (or) of de personeelsvertegenwoordiging (pvt). Zij hebben instemmingsrecht. In de Arbowet is ook vastgelegd dat werknemers het recht hebben om de RI&E in te zien. Hoe meer werknemers op de hoogte zijn van de risico’s, hoe beter zij er rekening mee kunnen houden.
Omdat met name veel kleinere werkgevers niet beschikken over een RI&E, wordt hier jaarlijks opnieuw aandacht voor gevraagd in de Week van de RI&E, die dit jaar van 21 tot en met 25 juni 2021 plaatsvond. De Inspectie SZW controleert bedrijven intensief op de aanwezigheid van een RI&E. Het ontbreken van een RI&E inclusief plan van aanpak kan leiden tot hoge boetes.
Informatie over de RI&E is ook verkrijgbaar via de website: www.routenaar.rie.nl.
Boete Arbowet met terugwerkende kracht verlaagd?
Krijg je na een overtreding van de arbeidsomstandighedenwetgeving een bestuurlijke boete opgelegd door de Inspectie SZW en neem je aansluitend adequate en juiste maatregelen, dan kan de boete met terugwerkende kracht verlaagd worden met 12,5%. Dat is geregeld in een aanvulling op de Arbowet, die ingegaan is op 13 oktober 2020. Zo’n boete mag worden opgelegd zonder tussenkomst van de rechter.
De maatregelen die je als werkgever neemt, moeten wel aan twee voorwaarden voldoen. Ze moeten enerzijds dezelfde of een vergelijkbare overtreding in de toekomst voorkomen en anderzijds moeten de maatregelen zo snel mogelijk na het constateren van de overtreding worden genomen.
Als je daarna goede wil toont, is het mogelijk dat je een vermindering van 12,5% van de opgelegde boete krijgt.
Matigingsprincipe
Als er een overtreding geconstateerd wordt waarvoor je wel gedeeltelijk, maar niet volledig maatregelen hebt genomen, kan de boete met een bepaald percentage worden verlaagd, ook wel bekend als het matigingsprincipe in de Arbowet. Nu is daaraan dus toegevoegd dat je ook nog een matiging kunt krijgen met terugwerkende kracht. Bovendien wordt de korting van 12,5% opgeteld bij het percentage van een eventuele eerdere matiging. Je kunt echter nooit op nul uitkomen.
Geboorteverlof en ouderschapsverlof
Als werkgever kun je voor jouw werknemer aanvullend geboorteverlof aanvragen. Dit extra verlof geldt voor partners van vrouwen die op of na 1 juli 2020 een baby hebben gekregen. De aanvraag doe je digitaal bij het UWV via de Verzuimmelder of via Digipoort. Het verlof kan maar eenmalig worden aangevraagd.
Vijf weken extra
Het aanvullend geboorteverlof bedraagt maximaal vijf weken. Dit is boven op het verlof van één werkweek, waarvan de kosten verplicht voor rekening van de werkgever komen. Voor deze periode van vijf weken krijgen de partners via het UWV een uitkering van 70% van het dagloon tot het maximumdagloon.
Voorwaarden
Voor het aanvullend geboorteverlof geldt een aantal voorwaarden:
- De werknemer neemt eerst het standaard geboorteverlof op van één keer het aantal werkuren per week.
- De werknemer neemt de extra verlofweken op binnen zes maanden na de geboorte. Dit kan ineens of verspreid over zes maanden.
- De werknemer heeft het kind erkend.
- De werknemer is de partner van de moeder van het kind.
Wanneer partner?
Voor het extra geboorteverlof is iemand partner indien men met elkaar getrouwd is, geregistreerd partner is of met elkaar samenwoont.
Ook bij complicaties
Het aanvullend geboorteverlof is ook mogelijk als het kind na de bevalling wordt opgenomen in het ziekenhuis of komt te overlijden.
Ouderschapsverlof
Ouders kunnen 26 weken ouderschapsverlof opnemen. Dit betalen ze nu in principe nog zelf. Met ingang van 22 augustus 2022 krijgen zij van het UWV gedurende een periode van 9 weken op te nemen in het eerste jaar van het kind een uitkering ter hoogte van 50% van hun dagloon, tot 50% van het maximumdagloon. De gedachte is dat het daardoor voor meer ouders haalbaar wordt ouderschapsverlof op te nemen. Ga dan ook na of nadere maatregelen nodig zijn voor jouw organisatie om extra ouderschapsverlof in goede banen te leiden.
Nieuwe UWV-uitvoeringsregels ontslagprocedure en ontslag
Wat zijn de regels voor het aanvragen van ontslag om bedrijfseconomische redenen of wegens langdurige arbeidsongeschiktheid? Waar moet je als werkgever conform de UWV-richtlijnen op letten?
Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen of wegens langdurige arbeidsongeschiktheid is het UWV de aangewezen instantie om een ontslagaanvraag in te dienen. Deze regels zijn vastgelegd in de Regeling UWV ontslagprocedure. Bij het aanvragen van dit ontslag is het van belang dat de ontslagprocedure goed wordt gevolgd. Daarbij moet je bijvoorbeeld denken aan de termijn voor het aanvullen van een incompleet verzoek, de termijnen voor hoor en wederhoor en wanneer uitstel kan worden verleend.
UWV-uitvoeringsregels ontslagprocedure
Aanvullend op deze regeling heeft het UWV interne werkinstructies gemaakt – de UWV-uitvoeringsregels ontslagprocedure – over hoe het UWV deze ministeriële procedurele regels in de praktijk toepast. Deze uitvoeringsregels ontslagprocedure gelden vanaf 1 september 2020. Ze bieden duidelijkheid over onderwerpen als de klachtregeling van het UWV, een voorlopige en herhaalde aanvraag, het voeren van verweer en de mondelinge behandeling.
Voorlopige ontslagaanvraag
Het UWV geeft in de uitvoeringsregels aan hoe te handelen als de werkgever met de werknemer nog wil onderhandelen over een beëindigingsovereenkomst. De werkgever kan dan een voorlopige aanvraag indienen met een verzoek om uitstel voor het voeren van deze onderhandelingen.
Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen
Het UWV heeft tegelijkertijd een nieuwe versie van de Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen gepubliceerd, die de versie van oktober 2019 vervangt en geldt vanaf september 2020. In de nieuwe versie zijn aanpassingen van de wetgeving verwerkt, zoals de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren en het vervallen van de overbruggingsregeling transitievergoeding.