In de update van de lonenspecial 2020 tref je de belangrijkste wijzigingen aan op het gebied van personeel- en salarisadministratie. In dit nieuwsartikel gaan wij in op de wet tegemoetkomingen loondomein. Zo ben jij weer op de hoogte!
De Wet tegemoetkomingen loondomein bestaat ook in 2021 uit drie onderdelen:
Het LIV, jeugd-LIV en LKV over 2020 worden in 2021 automatisch uitbetaald als uit de loonaangiften blijkt dat een werkgever hier recht op heeft. Dit gaat als volgt in zijn werk:
Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is per 1 januari 2021 verlaagd. De daling zet door en het jeugd- LIV zal met ingang van 2024 zelfs helemaal verdwijnen. De maatregelen worden genomen om de kosten te dekken van een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd.
De bedragen voor 2021 zijn als volgt:
Gemiddeld uurloon 2021 | LIV per werknemer per uur | Maximaal LIV per werknemer per jaar |
˃ € 10,48 ≤ € 13,12 | € 0,49 | € 960 |
Je kunt het uurloon van jouw werknemers zelf beïnvloeden om te zorgen dat je zo veel mogelijk van het LIV profiteert. Bijvoorbeeld door werknemers die iets boven de grens van het uurloon verdienen een kostenvergoeding via de werkkostenregeling te geven in ruil voor iets minder loon. Uiteraard kan dit alleen binnen de geldende wettelijke fiscale mogelijkheden.
Voorwaarden LIV
De voorwaarden om in aanmerking te komen voor het LIV, zijn in 2021 ongewijzigd:
De werknemer heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.
Geen actie nodig voor aanvragen LIV
Voor het aanvragen van het LIV hoef je geen actie te ondernemen. Het UWV beoordeelt namelijk aan de hand van de loonaangiften of je aan de voorwaarden voldoet. Vervolgens stuurt het UWV de informatie naar de Belastingdienst. Deze neemt de uiteindelijke beslissing. Je krijgt vóór 15 maart een voorlopige berekening en je kunt tot en met 1 mei correcties over het voorgaande jaar sturen. De definitieve berekening van het LIV ontvang je altijd vóór 1 augustus.
Het jeugd-LIV is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers in verband met de verhoging van het minimumjeugdloon als gevolg van een verlaging van de leeftijd waarop recht bestaat op het volwassen minimumloon. De bedragen voor het jeugd-LIV zijn in 2020 gehalveerd ten opzichte van eerdere jaren. Ook zijn de uurloongrenzen aangepast. De voorwaarden waaraan moet worden voldaan, blijven gelijk. De uurloongrenzen 2021 zijn recentelijk gepubliceerd (na vaststelling van het wettelijk minimumloon per juli 2021) en bedragen:
Leeftijd op 31-12-2020 | Ondergrens | Bovengrens |
20 jaar | € 8,43 | € 10,48 |
19 jaar | € 6,32 | € 9,38 |
18 jaar | € 5,27 | € 7,04 |
Bedragen jeugd-LIV 2021
Indien een werknemer binnen de uurloongrenzen valt en voldoet aan de overige voorwaarden, dan heeft een werkgever voor een werknemer recht op het jeugd-LIV. Hoeveel het voordeel precies is, hangt zowel af van het aantal verloonde uren als van de leeftijd van de werknemer. De bedragen zijn ten opzichte van eerdere jaren enigszins versoberd.
Leeftijd op 31 december 2020 | Jeugd-LIV per uur in 2021 | Maximale jeugd-LIV per werknemer per jaar in 2021 |
20 jaar | € 0,30 | € 613,60 |
19 jaar | € 0,08 | € 166,40 |
18 jaar | € 0,07 | € 135,20 |
Let op:
Een werkgever die gebruikmaakt van bbl-leerlingen (beroepsbegeleidende leerweg) kan ook in aanmerking komen voor het jeugd-LIV. De werkgever krijgt deze tegemoetkoming als hij de bbl-leerling betaalt volgens het wettelijk minimumjeugdloon dat hoort bij zijn leeftijd. De werkgever mag de bbl-leerling ook minder betalen dan het wettelijk minimumjeugdloon. Doet hij dat, dan is er geen recht op jeugd-LIV.
Indien de werkgever in de loonaangifte onjuiste gegevens heeft opgenomen terwijl het voor de toepassing van deze wet van belang is dat deze juist zijn, kan hem een bestuurlijke boete van maximaal € 1.319 per gegeven per werknemer per jaar worden opgelegd.
Voorwaarden jeugd-LIV
Een werkgever heeft recht op het jeugd-LIV voor elke werknemer die voldoet aan deze drie voorwaarden:
Het gemiddelde uurloon is het loon uit dienstbetrekking van een jaar, gedeeld door het aantal verloonde uren in dat jaar.
Einde jeugd-LIV
Zoals het zich nu laat aanzien, zal het jeugd-LIV met ingang van 2024 komen te vervallen.
Minister Koolmees werkt wel aan een oplossing voor het verdwijnen van het jeugd-LIV. Zo heeft hij met werkgevers afspraken gemaakt over de toekomst van het LKV en (jeugd-)LIV. Hij wil het LIV gerichter in gaan zetten en omvormen tot een loonkostenvoordeel (LKV) voor potentieel kwetsbare jongeren. Dit moet – samen met de afspraak om het LKV voor banenafspraak structureel te maken – werkgevers blijven stimuleren om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen en te houden.
Vanaf 2018 hebben werkgevers die oudere uitkeringsgerechtigden, arbeidsbeperkten of werknemers die onder de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden vallen in dienst nemen, recht op zogenaamde loonkostenvoordelen (LKV’s). De voorwaarden hiervoor blijven in 2021 gelijk.
Bedragen 2021
LKV | Bedrag per verloond uur | Maximumbedrag per jaar | Duur |
Oudere werknemer | € 3,05 | € 6.000 | 3 jaar |
Arbeidsgehandicapte werknemer | € 3,05 | € 6.000 | 3 jaar |
Doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden | € 1,01 | € 2.000 | onbeperkt |
Herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer | € 3,05 | € 6.000 | 1 jaar |
Maximumduur LKV banenafspraak en scholingsbelemmerden 2021
Met ingang van 2021 heeft een wijziging plaatsgevonden in de looptijd van het LKV voor de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden. Per 2021 kan dit LKV namelijk voor onbepaalde tijd worden toegepast bij een werknemer, mits hij blijft voldoen aan de voorwaarden.
Aanvraagtermijn doelgroepverklaring weer naar drie maanden
De aanvraagtermijn voor een doelgroepverklaring is weer teruggebracht naar drie maanden. De aanvraagtermijn was tijdelijk verlengd naar zes maanden, omdat het door de coronacrisis vaak niet lukte om de doelgroepverklaring tijdig aan te vragen. Voor dienstverbanden vanaf 1 oktober 2020 geldt weer een aanvraagtermijn van drie maanden.
Lees ook onze andere updates van de lonenspecial: