In 2023 gaan de kosten van overdrachtsbelasting voor beleggings- en bedrijfspanden fors omhoog. Dit werd bekendgemaakt in de Voorjaarsnota van het kabinet.
Overdrachtsbelasting wordt geheven bij de overdracht van panden, dus meestal bij verkoop ervan. Voor beleggings- en bedrijfspanden, maar ook voor een tweede woning, zoals een vakantiewoning, bedraagt de overdrachtsbelasting nu 8%. Eerder was al bekendgemaakt dat het tarief volgend jaar zou stijgen naar 9%. Dit is nu gewijzigd in 10,1%. De aanschaf van een beleggings- of bedrijfspand of tweede woning wordt daardoor fors duurder.
De overdrachtsbelasting komt voor rekening van de koper van een pand.
De overdrachtsbelasting kent een tarief voor eigen woningen van 2% indien deze door de eigenaar zelf bewoond worden. Daarnaast bestaat er in deze gevallen een vrijstelling voor jongeren die minstens 18 jaar zijn maar nog geen 35 jaar zijn. Zij kunnen maar één keer van de vrijstelling van overdrachtsbelasting gebruik maken. Een en ander blijft ongewijzigd.
Met het voorstel het tarief van de overdrachtsbelasting te verhogen, wil het kabinet het beleggen in woningen verder aan banden leggen. Op deze manier hoopt het kabinet de forse stijging van de prijs van woningen af te kunnen remmen.
De Voorjaarsnota waarin het voorstel staat, moet nog wel door het parlement worden goedgekeurd. De verhoging van het tarief is dus nog niet definitief.