Het kabinet heeft financieel ondersteunende maatregelen aangekondigd vanwege de nieuwe coronamaatregelen die gelden t/m 14 januari. De ondersteunende maatregelen betreffen de NOW, de TVL, de TOZO en enkele branchegerichte maatregelen.
Via de NOW kunnen werkgevers die met minstens 20% omzetverlies geconfronteerd worden, een vergoeding krijgen voor een deel van de loonkosten. Besloten is dat voor de NOW 5 voor de maanden november en december 2021 het omzetverlies maximaal 90% kan bedragen in plaats van 80%.
Dit verhoogde percentage gaat ook gelden voor de NOW 6 voor de maanden januari t/m maart 2022. Met deze verhoging kan bij de uitbetaling van het voorschot van de NOW 5 nog geen rekening worden gehouden. Bij de definitieve vaststelling wordt dit gecorrigeerd. De vergoeding is gehandhaafd op 85%.
Ondernemers met omzetverlies kunnen voor hun vaste lasten een tegemoetkoming krijgen via de TVL. Vanwege de korte aankondigingsperiode wordt voor het vierde kwartaal van 2021 het minimumomzetverlies eenmalig bepaald op 20%. Vanaf 2022 dient het minimale omzetverlies weer de oorspronkelijke 30% te bedragen.
Er komt geen extra tegemoetkoming voor voorraadverliezen in de horeca en detailhandel.
Via de TOZO kon een ondernemer tot 1 oktober van dit jaar onder meer een lening afsluiten voor bedrijfskapitaal. Besloten is dat een ondernemer met het terugbetalen van de lening niet al op 1 januari 2022 hoeft te starten, maar pas vanaf 1 juli 2022.
Daarnaast wordt de termijn van terugbetalen met één jaar verlengd. De periode vanaf het moment van verstrekking tot het moment waarop deze moet zijn terugbetaald, wordt hierdoor zes jaar in plaats van vijf.
Naast bovengenoemde generieke maatregelen komen er gerichte steunmaatregelen voor de culturele sector en voor dierentuinen. In totaal is met deze steun 15,6 miljoen euro gemoeid.
Ook komt er een tegemoetkoming voor ouders die gebruikmaken van buitenschoolse opvang voor hun kinderen. Op deze manier kunnen zij de facturen blijven betalen voor de periode waarin opvang niet mogelijk is en komen de opvangcentra niet in de financiële problemen.