In de GO moet je per perceel ‘perceelsgebonden informatie’ invullen. Een onderdeel hiervan is de ‘Opgegeven oppervlakte Mest’.
Een bufferstrook mag je niet meetellen voor de mestplaatsingsruimte op jouw bedrijf. Om deze reden telt een bufferstrook niet mee bij de oppervlakte ‘mest’. Dit moet je zelf aangeven in de GO.
Teken je een bufferstrook niet apart in? Dan is de bufferstrook een onderdeel van het perceel en telt daardoor mee bij de totale oppervlakte (‘Voorgestelde oppervlakte Mest’). In deze situatie moet je jouw ‘Opgegeven oppervlakte Mest’ corrigeren voor de ‘Oppervlakte bufferstroken’.
Ben je het niet eens met de breedte van de bufferstrook die in ‘Mijn percelen’ wordt getoond? Dan mag je uitgaan van de feitelijke situatie. Je corrigeert dan de oppervlakte ‘mest’ met deze (feitelijke) oppervlakte. Je kunt dan niet uitgaan van de in de GO aangegeven ‘Oppervlakte bufferstroken’.
Corrigeer de oppervlakte mest voor aanwezige bufferstroken. Let op als je een andere breedte hanteert dan is opgenomen in de kaartlaag bufferstroken in ‘Mijn percelen’.
Bekijk ook onze andere agro-gerelateerde artikelen: