De Advocaat-generaal (AG) Pauwels heeft de Hoge Raad geadviseerd over de interpretatie van het concept 'werkelijk behaald rendement'. Daarnaast heeft hij ook zijn advies gegeven over de relevantie van dit begrip na de implementatie van de Wet rechtsherstel box 3.
In het zogenaamde kerstarrest uit 2021 oordeelde de Hoge Raad dat het box 3-stelsel vanaf 2017 in strijd was met het Europese recht. Daarna is voor nog niet onherroepelijk vaststaande belastingaanslagen rechtsherstel geboden door in eerste instantie een beleidsbesluit en later de Wet rechtsherstel box 3.
De vraag is of door de Wet rechtsherstel box 3 voldoende rechtsherstel wordt geboden als het werkelijke rendement lager is dan het rendement berekend volgens die wet. Daarbij speelt dan ook de vraag hoe het begrip ‘werkelijk behaald rendement’ moet worden ingevuld. AG Pauwels adviseert de Hoge Raad hierover.
De AG oordeelt, na een uitgebreide analyse van de Wet rechtsherstel box 3 en het begrip ‘werkelijk behaald rendement’, als volgt. De belastingrechter biedt terecht (aanvullend) rechtsherstel als het rendement volgens de Wet rechtsherstel box 3 nog steeds hoger is dan het werkelijk behaalde rendement. Eerder oordeelde een andere AG, AG Wattel, op vergelijkbare wijze.
Als de Hoge Raad deze adviezen overneemt, kan jouw box 3-heffing verlaagd worden als jouw werkelijk behaalde rendement lager is dan het rendement volgens de Wet rechtsherstel box 3. Daarvoor moet jij wel tijdig bezwaar maken tegen jouw definitieve aanslag inkomstenbelasting.
De AG adviseert de Hoge Raad voor de invulling van het begrip ‘werkelijk behaald rendement’ een leidende rol te nemen. Het advies aan de Hoge Raad is om daarbij zoveel mogelijk aan te sluiten bij het inkomen dat de wetgever in box 3 wilde treffen met de box 3-wetgeving. De AG komt daarbij tot de volgende bevindingen:
Houd er rekening mee dat dit een onafhankelijk advies is aan de Hoge Raad. Het is aan de Hoge Raad of dit advies ook opgevolgd wordt of niet. Het is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak doet.