Moet jij je werknemer transitievergoeding betalen? Vanaf 1 juli 2020 kun je scholingskosten in mindering brengen op de transitievergoeding. De voorwaarde is wel dat de werknemers de verworven kennis gebruikt om een andere functie bij dezelfde werkgever uit te oefenen.
Voor 1 juli 2020 moest het nog gaan om zogeheten kosten ter bevordering van kennis en vaardigheden voor een functie buiten de organisatie van werkgever. Nu mogen werkgevers ook scholingskosten in mindering brengen op de transitievergoeding als het gaat om een andere functie binnen hetzelfde bedrijf.
Dit om werkgevers en werknemers meer te stimuleren om tijdens het dienstverband te investeren in de bredere inzetbaarheid van werknemers. De wijziging sluit aan op één van de doelen van de transitievergoeding, namelijk het vergemakkelijken van de overgang naar een andere functie en daarmee het vergroten van de inzetbaarheid van de werknemer.
Het in mindering brengen van deze kosten op de transitievergoeding is alleen mogelijk wanneer de kosten:
Deze zogeheten inzetbaarheidskosten moeten in een periode van maximaal vijf jaar voor het einde van het contract zijn gemaakt. Hebben de werkgever en werknemer zelf schriftelijk andere afspraken vastgelegd over de periode? Dan geldt de afgesproken (kortere dan wel langere) periode.
Let op!
Werkgever en werknemer moeten over de mogelijkheid om scholingskosten voor een andere functie binnen het eigen bedrijf af te trekken van de transitievergoeding, zelf afspraken maken. Leg dit ook schriftelijk vast. De mogelijkheid de scholingskosten af te trekken van de transitievergoeding, is dus geen automatisme.
Het mag hier dus niet gaan om kosten gemaakt voor de inzetbaarheid van de werknemer in de huidige functie. Die kosten komen gewoon voor rekening van de werkgever.