8 september 2020

Echtscheiding en jouw onderneming

Ben je ondernemer en lig je in scheiding? Dan heeft dit meestal gevolgen voor jouw bedrijf. Waar kun je mee te maken krijgen?

Er komen vragen op je af als:

  • Kan de onderneming worden voortgezet?
  • Maakt je partner aanspraak op een deel van (de waarde van) het bedrijf?
  • Wat gebeurt er met het pensioen?

In dit artikel geven we je een overzicht van enkele belangrijke zaken waarmee je als ondernemer te maken kunt krijgen bij een echtscheiding:

  • Huwelijksvermogensregime: is er een algehele gemeenschap van goederen (voor 2018), een beperkte gemeenschap van goederen (vanaf 2018) of heb je huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden gesloten?
  • Is Nederlands recht wel van toepassing? Dit kan een rol spelen als je in het buitenland hebt gewoond na je huwelijk of jij en je partner (ook) een andere nationaliteit hebben.
  • Rechtsvorm van jouw bedrijf: is er sprake van een eenmanszaak, vof, maatschap, bv of andere vorm? Staat het bedrijf op jouw naam en/of op je partners naam? Werken jullie beiden in het bedrijf? Is er een regeling getroffen over de eigendom van en/of het recht op een deel van de waarde van de onderneming?
  • Vermogens- en inkomenspositie: wat behoort tot uw privé- en zakelijk vermogen? Waaruit bestaat het gezinsinkomen? Hebben jullie kinderen?
  • Pensioenen: welke regelingen hebben jullie gesloten? Is er een tot 1 juli 2017 opgebouwd pensioen in eigen beheer? Welke aanspraken hebben jullie beiden opgebouwd voor en tijdens het huwelijk?
  • Fiscaliteit: wat zijn de fiscale gevolgen van de scheiding? Moet je fiscaal afrekenen over de waarde van het bedrijf? Op welke fiscale valkuilen moet je alert zijn?

Tip!
Ga regelmatig na of jouw huwelijksvermogensregime nog wel past bij je zakelijke en privébelangen.

Let op!

Sinds 1 januari 2018 is voor nieuw te sluiten huwelijken de beperkte gemeenschap van goederen de standaard. In plaats van één gemeenschappelijk vermogen is sprake van drie vermogens: een huwelijksvermogen en een afzonderlijk vermogen voor ieder van de echtgenoten. Voorhuwelijks ondernemingsvermogen valt niet in de beperkte gemeenschap (vraag ook naar de Advieswijzer Nieuw huwelijksvermogensrecht). Door de nieuwe wettelijke regeling is het overeenkomen van huwelijkse voorwaarden over het algemeen van nog groter belang.

Verdeling

Bij een algehele of beperkte gemeenschap vindt bij echtscheiding verdeling plaats van het vermogen dat in de gemeenschap is gevallen. Beide partijen zijn gerechtigd tot zijn/haar aandeel in de gemeenschap. In het kader van de verdeling dient waardering van de onderneming dan wel de aandelen plaats te vinden.

Huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden

Zonder huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden valt de (waarde van de) onderneming in de te verdelen gemeenschap; met uitzondering van het voorhuwelijks ondernemingsvermogen bij een beperkte gemeenschap van goederen. Wellicht heb je in jouw huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden wel specifieke bepalingen opgenomen over de gerechtigdheid tot het eigen bedrijf. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een verrekenbeding, waarbij de waarde van het geheel of van een gedeelte van de onderneming moet worden verrekend.

Ook kan het zijn dat je een zogenaamd jaarlijks verrekenbeding in je huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden hebt staan waar je nooit uitvoering aan hebt gegeven. De wet gaat er bij een echtscheiding dan in beginsel vanuit dat je totale vermogen gelijk met elkaar verrekend dient te worden.

Tegenbewijs is weliswaar mogelijk, maar de praktijk leert dat dit vaak erg lastig is. Ook kan het zijn dat er wel jaarlijkse berekeningen zijn gemaakt, maar dat die niet goed blijken te zijn; bijvoorbeeld omdat opgepotte winsten in de bv niet meegerekend zijn, terwijl dat wel had gemoeten. Het gevolg is dan dat of de berekeningen opnieuw gemaakt moeten worden (hetgeen vaak lastig blijkt te zijn), of dat het totale vermogen toch verrekend dient te worden

In het kader van een echtscheiding kan dus om afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden worden gevraagd. Het kan dan gaan om verdeling van een eenvoudige gemeenschap of een verrekening in het kader van een verrekenbeding. Ook is het vaak lastig om dan nog vast te stellen wat er precies tussen de partijen verrekend moet worden.

Let op!

Als je voor het huwelijk een eenmanszaak had die je tijdens het huwelijk met beperkte gemeenschap van goederen (dus alleen bij huwelijken gesloten na 1 januari 2018) in een besloten vennootschap hebt ingebracht, dan wordt deze besloten vennootschap niet zonder meer beschouwd als een voorhuwelijkse onderneming. Dit kan betekenen dat de vennootschap gemeenschappelijk is geworden en je partner recht heeft op de helft van de waarde van de aandelen in de vennootschap.

Het kan dus zomaar zijn dat je als ondernemer de waarde van je onderneming moet delen met je (ex-)partner. De activa/passiva van het bedrijf dienen hiervoor reëel te worden gewaardeerd. De scheiding brengt het risico met zich mee dat het uitkopen van de ex-partner ten koste kan gaan van de continuïteit van het bedrijf. Als het bedrijf dan ook de belangrijkste inkomensbron is, is het zaak te zoeken naar passende oplossingen. Denk hierbij ook aan het (tijdelijk) aanhouden van een belang in de onderneming door uw ex-partner. Maar ook aan het verrekenen met andere bezittingen of het overnemen van schulden.

Tip!
Ga na of bij een bedrijfsfinanciering ook privézekerheden, bijvoorbeeld een hypotheek op de woning, zijn verstrekt. Dit vraagt dan om extra aandacht bij de afwikkeling van de scheiding.

Verevening van pensioenrechten

Bij een echtscheiding heeft de ex-partner in principe recht op de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Dit wordt pensioenverevening genoemd. Daarnaast heeft de ex-partner recht op een bijzonder partnerpensioen/nabestaandenpensioen.

Tip!
Je bent vrij om samen met je ex-partner een andere verdeling af te spreken of zelfs te besluiten niet tot verevening van het ouderdomspensioen over te gaan. Ook conversie van pensioen is mogelijk. Wijk je af van de wettelijke regeling dan moet dit wel zijn vastgelegd in de huwelijkse voorwaarden of in het echtscheidingsconvenant.

Fiscale gevolgen afspraken pensioen

Bij pensioen in eigen beheer spelen enkele belangrijke zaken, nu verdere opbouw sinds 1 juli 2017 niet meer mogelijk is. Over pensioen in eigen beheer heb je voor 1 januari 2020 moeten beslissen. Koos je ervoor om het pensioen in eigen beheer ongewijzigd te laten (zonder verdere opbouw) en ga je scheiden, dan blijft je ex-partner voor zijn of haar deel van het reeds opgebouwde pensioen in eigen beheer afhankelijk van het reilen of zeilen van jouw bv. De bv is en blijft immers in dit geval de pensioenuitvoerder. Omdat dit nadelig kan zijn voor je ex-partner, kan deze ex-partner eisen dat het pensioenaandeel elders wordt ondergebracht. Jij en je bv moeten hieraan meewerken. Dit is alleen anders als door afstorting van het pensioen de continuïteit van jouw onderneming aantoonbaar in gevaar komt. Bovendien mag het afstorten er niet voor zorgen dat je eigen pensioen in gevaar komt.

Het staat jou en je (ex-)partner te allen tijde vrij om te kiezen voor een alternatieve financiële oplossing.

Koos je ervoor om de pensioenaanspraak in eigen beheer af te kopen met een belastingkorting of om te zetten in een oudedagsverplichting, dan verliest je partner zijn of haar rechten op een deel van het in eigen beheer opgebouwde ouderdomspensioen (partnerpensioen). Je partner dient daarvoor wellicht ‘passend’ te worden gecompenseerd. ‘Passend’ kan ook betekenen dat je samen met je partner schriftelijk vastlegt dat compensatie (uitsluitend) plaatsvindt wanneer je overlijdt of bij echtscheiding. Ook hier geldt dat iedere keuze mogelijk fiscale voordelen biedt maar ook tot ongewenste fiscale complicaties kan leiden en dus moeten deze vooraf goed in beeld gebracht worden.

Let op!

In bepaalde situaties is de partnercompensatie belast als periodieke uitkering en/of aftrekbaar als onderhoudsverplichting.

Alimentatie

Ook na een echtscheiding hebben je ex-partner en jij de plicht voor elkaar en de kinderen te zorgen door bij te dragen in de kosten van levensonderhoud (alimentatie). Voor het berekenen van de alimentatie gelden de zogenaamde ‘Tremanormen’. Bij de ondernemer is het van groot belang om niet alleen naar de jaarstukken uit het verleden te kijken, maar ook naar de kasstroom van de ondernemer, prognoses en informatie over de onderneming en de branche.

Partneralimentatie

Wanneer een van de ex-partners niet genoeg inkomsten heeft om van te leven, heeft de ander de plicht om bij te dragen in de kosten. Bij verzoekschriften ingediend voor 31 december 2019 eindigde de partneralimentatie in beginsel na verloop van twaalf jaar, te rekenen vanaf het inschrijven van de echtscheidingsbeschikking bij de gemeente. Bij verzoekschriften die na 1 januari 2020 zijn ingediend, geldt een nieuwe regeling en is de alimentatie beperkt in duur. Hoe lang alimentatie betaald dient te worden, hangt af van verschillende factoren, zoals duur van het huwelijk, leeftijd van betrokkenen, leeftijd kinderen, moment van het ontvangen van de AOW.

Let op!

Over de hoogte en de duur van de alimentatie kun je met elkaar naar eigen inzicht en mogelijkheden afspraken maken. Neem de afspraken volledig en duidelijk op in een echtscheidingsconvenant. Voorkom discussie over het ondernemersinkomen en de onderlinge draagkrachtverdeling. Daarnaast is bij een ondernemer van groot belang dat een dubbeltelling voorkomen wordt. Toekomstige geldstromen van de onderneming moeten niet twee keer worden meegenomen, dat wil zeggen zowel bij de waardering van de aandelen als bij de alimentatie.

Kinderalimentatie

De kosten van de kinderen (ook wel behoefte genoemd) worden in beginsel berekend aan de hand van het netto gezinsinkomen van partijen ten tijde van het uiteengaan. Verder wordt rekening gehouden met het aantal kinderen in een gezin en de leeftijd van de kinderen. Ook kan rekening worden gehouden met de (netto) oppaskosten voor en na de scheiding.

Bij het bepalen van draagkracht van ouders voor kinderalimentatie wordt gebruikgemaakt van een formule die is opgenomen in de Tremanormen. Aan de hand van het netto besteedbaar inkomen wordt dan berekend wat een ouder redelijkerwijs kan bijdragen in de kosten van de kinderen. In de formule wordt rekening gehouden met de bijstandsnorm alsook een component voor woonlasten.

Worden er schulden afgelost of heeft iemand bijzondere verplichtingen, zoals een arbeidsongeschiktheidsverzekering, dan kan de formule hierop worden aangepast.
Ouders die gaan scheiden, hoeven minder kinderalimentatie te betalen naarmate zij meer voor de kinderen zorgen in verband met de zorgkorting.

Fiscaal partnerschap

Een echtscheiding kan voor de scheidende partners uiteenlopende fiscale consequenties hebben. Op het moment dat je het verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed hebtt ingediend en je ook niet meer op hetzelfde adres ingeschreven staat, ben je geen fiscaal partner meer. Wel mag je in dat jaar nog kiezen om als fiscale partners de belastingaangifte in te vullen. Dit kan het jaar daarop niet meer. Ben je geen fiscaal partner meer, dan heeft dit vooral direct gevolgen voor een aantal regelingen in de inkomstenbelasting. Op hoofdlijnen gaat het om de volgende regelingen.

Doorschuiffaciliteit

Behoort het ondernemingsvermogen tot de te ontbinden gemeenschap van de (huwelijks)partners, dan wordt het deel van uw onderneming dat volgens het huwelijksvermogensrecht toekomt aan uw partner bij ontbinding van de gemeenschap geacht te zijn overgedragen tegen reële waarde. Over de fiscale meerwaarde (goodwill en stille reserves) van dit deel van de onderneming moet je als ondernemer dan afrekenen. Onder voorwaarden hoeft er echter niet te worden afgerekend en geldt er een belastingvrije doorschuiffaciliteit.

Terbeschikkingstelling (TBS)

Als je een vermogensbestanddeel (zoals een pand) ter beschikking stelt aan de onderneming, aanmerkelijk belang vennootschap of werkzaamheid van een verbonden persoon, dan is op dit vermogensbestanddeel de TBS-regeling van toepassing. Partners gelden voor de TBS-regeling als verbonden personen. De positieve en negatieve voordelen behaald met dit vermogensbestanddeel vormen dan belastbaar resultaat uit overige werkzaamheid (box 1). Met de echtscheiding eindigt de verbondenheid en de terbeschikkingstelling en vindt over het betreffende (aandeel in het) TBS-vermogen een fiscale afrekening plaats, tenzij er een doorschuiffaciliteit (fiscale begeleiding) van toepassing is. Bij huwelijkse voorwaarden speelt dit vaak niet. Het vermogensbestanddeel behoort tot je vermogen en alleen je hebt te maken met de TBS-regeling.

Aanmerkelijk belang

Hebben jouw partner en jij een aanmerkelijk belang (AB), dan kan de scheiding tot gevolg hebben dat bij een of beide partners niet langer sprake is van een aanmerkelijk belang. Op dat moment is sprake van een fictieve vervreemding in de zin van de AB-heffing met een fiscale afrekening tot gevolg. Onder voorwaarden geldt ook hier een doorschuiffaciliteit.

Eigen woning

Bij een echtscheiding verlaat doorgaans een van de partners de woning. Op dat moment is deze woning voor de vertrekkende partner geen hoofdverblijf meer en daarmee zou voor dit aandeel in de woning de eigenwoningregeling en bijbehorende hypotheekrenteaftrek komen te vervallen. Maar, op voorwaarde dat de ex-partner in de woning blijft wonen, blijft de eigenwoningregeling op grond van de scheidingsregeling nog maximaal twee jaar na vertrek gelden. Naast de scheidingsregeling zijn er ook nog vele fiscale valkuilen als er een eigen woning in het spel is. Zo kan de aftrekbaarheid van de eigenwoningrente (deels) in gevaar komen als hierover geen goede afspraken zijn gemaakt.

Tot slot

Een echtscheiding vraagt om goede fiscale begeleiding. Er zijn veel regels om rekening mee te houden. Denk hierbij ook aan de verdeling van lijfrenten en kapitaalverzekeringen. Wij kunnen je begeleiden bij dit complexe proces.

Heb je vragen over de gevolgen van een echtscheiding voor jouw onderneming? Neem dan gerust contact met ons op. 

Financiële administratie
Het digitaliseren van jouw financiële administratie levert inzicht en tijd op. Wil jij ook 24/7 inzicht in jouw cijfers? Wij helpen je graag.
Lees verder
arrow right
Minimumuurloon stijgt per januari 2025
Per 1 januari 2025 stijgt het wettelijk minimumloon van € 13,68 naar € 14,06 per uur, een toename van 2,78%. Deze verhoging heeft ook effect op de minimumuurlonen voor jongeren.
Lees verder
arrow right
Jeroen Bakker

Jeroen Bakker

Accountant