Voorwaarden jeugd-LIV
Een werkgever heeft recht op het jeugd-LIV voor elke werknemer die voldoet aan deze drie voorwaarden:
- De werknemer is verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
- De werknemer heeft een gemiddeld uurloon dat hoort bij het wettelijk minimumjeugdloon voor zijn leeftijd.
- De werknemer was op 31 december van het voorafgaande jaar 18, 19 of 20 jaar.
Het gemiddelde uurloon is het loon uit dienstbetrekking van een jaar, gedeeld door het aantal verloonde uren in dat jaar.
Loonkostenvoordelen in 2023
Werkgevers die oudere uitkeringsgerechtigden, arbeidsgehandicapte werknemers of werknemers die onder de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden vallen in dienst nemen, hebben recht op zogenaamde loonkostenvoordelen (LKV’s). De voorwaarden hiervoor blijven in 2023 gelijk.
Bedragen 2023
LKV | Bedrag per verloond uur | Maximumbedrag per jaar | Duur |
Oudere werknemer | € 3,05 | € 6.000 | 3 jaar |
Arbeidsgehandicapte werknemer | € 3,05 | € 6.000 | 3 jaar |
Doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden | € 1,01 | € 2.000 | 3 jaar |
Herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer | € 3,05 | € 6.000 | 1 jaar |
Het kabinet heeft een wetsvoorstel in voorbereiding waarin enkele wijzigingen in de systematiek van de loonkostenvoordelen (LKV’s) worden voorgesteld per 1 januari 2025:
- Voor het LKV Ouderen, het LKV Arbeidsgehandicapten en het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer wordt mogelijk gemaakt dat een nieuwe werkgever LKV kan ontvangen voor een werkgever die eerder een doelgroepverklaring heeft ontvangen waarvan de looptijd nog niet is verstreken.
- De voorwaarden van het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer worden gewijzigd, waardoor werkgevers vaker aanspraak kunnen gaan maken op dit LKV.
Wtl en overgang van onderneming
Bij overgang van onderneming neemt de Belastingdienst het standpunt in dat een LKV vervalt en niet mee overgaat naar de overnemende werkgever. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in 2022 in een procedure aangegeven dat een LKV in een dergelijke situatie wel meegenomen zou moeten worden naar de overnemende werkgever. Het ging om het vervallen van de doelgroepverklaring. Het gerechtshof oordeelt dat de doelgroepverklaring geldig blijft, omdat de doelgroepverklaring door of namens de werknemer – en niet door of namens een werkgever – wordt aangevraagd en verkregen. Alle rechten en plichten gaan over, ook het LKV. Er is cassatie ingesteld en er is dus nog niet definitief beslist, maar zet in de aangifte loonheffingen in 2022 wel het vinkje aan voor het LKV om eventuele rechten niet mis te lopen. Klopt de voorlopige berekening in 2023 niet, maak dan tijdig bezwaar.
Voor het LIV is inmiddels al twee keer door de rechtbank een soortgelijk standpunt ingenomen. De uren bij de overdragende werknemer zouden mee moeten tellen bij de overnemende werkgever. Check in 2023 de voorlopige berekening van het UWV en maak eventueel bezwaar om geen rechten te verliezen.
Tot slot
Lees ook onze andere artikelen van de lonenspecial. Heb je vragen over een van de onderdelen van dit nieuwsartikel? Onze salarisadviseurs helpen je graag op weg. Neem gerust contact met ons op om jouw situatie voor te leggen.
Disclaimer
Hoewel bij de samenstelling van deze nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van de nieuwsbrief, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen.