Lonenspecial 2024: zzp’er

Voor Zzp'ers meer informatie over het wetsvoorstel aanpak schijnzelfstandigheid, vrijwillig aansluiten bij een pensioenfonds en het opgeven van betalingen aan natuurlijke personen bij de Belastingdienst. 

Wetsvoorstel aanpak schijnzelfstandigheid

Met de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden wil het kabinet de balans in het werken met en als zelfstandige(n) herstellen. Vorig jaar is er een wetsvoorstel ter consultatie aangeboden inzake de richtlijnen en maatregelen wanneer er als werknemer gewerkt wordt en wanneer er als zelfstandige gewerkt kan worden.

Drie wetsvoorstellen
Het inmiddels demissionaire kabinet werkt verder aan diverse wetsvoorstellen op het terrein van werk en arbeid. Het wetsvoorstel dat ter consultatie lag, is onderdeel van het in april 2023 gepresenteerde arbeidsmarktpakket met samenhangende maatregelen voor meer zekerheid voor werkenden en meer wendbaarheid voor ondernemers.

Een onderdeel van het pakket is het herstellen van de balans in het werken met en als zelfstandige(n). Die hervorming wordt langs drie parallelle lijnen vormgegeven:

  1. Het creëren van een gelijker speelveld voor contractvormen van werknemers en zelfstandigen
  2. Het verduidelijken van de regels over wanneer als werknemer gewerkt wordt en wanneer als zelfstandige gewerkt kan worden
  3. Het versterken en verbeteren van de handhaving in voorbereiding op het afschaffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025

Doel wetsvoorstel
Dit wetsvoorstel beoogt bij te dragen aan het herstellen van de balans tussen het werken met zelfstandigen en als zelfstandige(n) aan de ene kant, en het werken met en als werknemer(s) aan de andere kant. Het voorstel verduidelijkt wanneer er als werknemer gewerkt moet worden en wanneer er als zelfstandige gewerkt kan worden. Daarnaast worden werkenden met beperkte onderhandelingsmacht ondersteund bij het opeisen van hun arbeidsovereenkomst.

De maatregelen
Het wetsvoorstel bevat de volgende maatregelen:

1. Verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie
Het wetsvoorstel geeft aan wanneer er wordt gewerkt onder gezag van een leidinggevende. Er worden in dat kader drie hoofdelementen geïntroduceerd om duidelijkheid te geven aan werkenden, werkgevers, opdrachtgevers, uitvoeringsorganisaties en de rechtspraak:

    • werkinhoudelijke ondergeschiktheid
    • organisatorische inbedding
    • werken voor eigen rekening en risico

    Deze criteria moeten ervoor zorgen dat het beoordelen van arbeidsrelaties consistent is. 

    2. Rechtsvermoeden uurtarief
    Dit voorstel introduceert het rechtsvermoeden dat bij een uurtarief onder € 32,24 (peildatum 1 juli 2023) een arbeidsovereenkomst bestaat. De werkgever dient het tegendeel aan te tonen.

    Eenvoudig een arbeidsovereenkomst
    Hierdoor moet het voor werkenden aan de onderkant van de arbeidsmarkt eenvoudiger worden om bij de werkgever dan wel bij de rechter een arbeidsovereenkomst te claimen. Bijkomend voordeel is dat er een preventief effect uitgaat van het rechtsvermoeden, doordat bij werken tegen een lager tarief beter beoordeeld wordt of de klus door een zelfstandige gedaan kan worden of dat er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst.

    Let op!

    Op de internetconsultaties zijn ruim 1.100 reacties binnengekomen die overwegend kritisch zijn. De vraag is of en in hoeverre dit wetsvoorstel de eindstreep haalt.

    Zzp’er vrijwillig bij pensioenfonds

    Zzp’ers kunnen zich mogelijk vrijwillig aansluiten bij een pensioenfonds. Dit is een van de afspraken die in de nieuwe Wet toekomst pensioenen staat.

    Pensioenakkoord
    In de Wet toekomst pensioenen (WTP) staan de afspraken uit het Pensioenakkoord. Met de inwerkingtreding van deze wet op 1 juli 2023 is voor zzp’ers ook de mogelijkheid geïntroduceerd om zich vrijwillig aan te sluiten bij een pensioenfonds.

    Voorwaarden pensioenfonds
    Het moet wel gaan om een pensioenfonds in de branche waarin de zzp’er werkt. Verder moet het pensioenfonds ook de mogelijkheid bieden tot vrijwillige aansluiting. Informeer daarom bij het pensioenfonds of deze mogelijkheid bij hen bestaat.

    Let op!

    Voor 1 juli 2023 konden werknemers zich bij uitdiensttreding al, onder voorwaarden, vrijwillig aansluiten bij het pensioenfonds van hun ex-werkgever. Deze mogelijkheid bestaat nog steeds.

    Aftrek in inkomstenbelasting
    De zzp’ers die van deze mogelijkheid gebruikmaken, kunnen de aan het pensioenfonds betaalde premies aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting.

    Let op!

    Het is goed om te weten dat het om een experiment gaat. Wordt het experiment niet voortgezet of omgezet in een definitieve regeling, dan kan de zzp’er het geld bij het pensioenfonds laten staan of opnemen en onderbrengen bij een bank of verzekeraar.

    Verplichte pensioenregeling
    Overigens geldt in bepaalde beroepsgroepen en bedrijfstakken voor ondernemers een verplichting om deel te nemen aan de pensioenregeling. Dit bestaat al langer en dus niet pas vanaf de inwerkingtreding van de WTP.

    Die verplichting geldt voor ondernemers met een schildersbedrijf, stukadoorsbedrijf, glaszetbedrijf, afwerkingsbedrijf, afbouwbedrijf, natuursteenbedrijf of een terrazzo- of vloerenbedrijf. Verder geldt die verplichting voor ondernemers die het beroep uitoefenen van apotheker, fysiotherapeut, huisarts, verloskundige, medisch specialist, dierenarts, notaris of kandidaat-notaris, loods of roeier in het Rotterdamse Havengebied.

    Betalingen aan natuurlijke personen in januari 2024 opgeven aan Belastingdienst

    Betaalde je in 2023 bedragen aan natuurlijke personen die niet bij jou in dienstbetrekking waren of die een factuur met btw aan jou uitreikten? En ben je inhoudingsplichtige voor de loonheffingen? Dan moet je deze bedragen uiterlijk deze maand, dus uiterlijk 31 januari 2024, aan de Belastingdienst doorgeven.

    Opgaaf Uitbetaling bedragen aan derden
    Het verplicht doorgeven aan de Belastingdienst van aan natuurlijke personen betaalde bedragen wordt ook wel de opgaaf Uitbetaling bedragen aan derden, ofwel opgaaf UBD genoemd. Tot en met 2021 hoefde je deze opgaaf UBD alleen te doen als de Belastingdienst daarom vroeg.

    Vanaf het jaar 2022 moet je dit echter verplicht uit eigen beweging doen. Deze verplichting geldt voor:

    • inhoudingsplichtigen, ofwel (rechts)personen met een loonheffingennummer
    • bepaalde collectieve beheersorganisaties (cbo’s)

    Geen opgaaf UBD
    De opgaaf UBD geldt voor betalingen aan natuurlijke personen voor door hen verrichte werkzaamheden en diensten. Bepaalde betalingen hoef je echter niet door te geven. Dit geldt bijvoorbeeld voor betalingen die je doet aan een natuurlijke persoon die werknemer is bij jou of voor jou werkzaamheden verricht als vrijwilliger. Ook betalingen aan een natuurlijke persoon die daarvoor een factuur met btw heeft uitgereikt, zijn uitgezonderd van de opgaaf UBD.

    Let op!

    Een ondernemer – een natuurlijke persoon – die btw-vrijgestelde werkzaamheden verricht voor jou, is niet uitgezonderd van jouw opgaaf UBD. Hoewel deze ondernemer misschien een factuur uitreikt, is op deze factuur geen btw vermeld. Hetzelfde geldt voor een natuurlijke persoon die de KOR toepast of de btw naar jou verlegt. Ook voor betalingen aan deze natuurlijke personen moet je een opgaaf UBD doen.

    Welke gegevens?
    Je doet de opgaaf UBD digitaal. Hierbij moet je de volgende gegevens opgeven:

    1. Naam, adres, bsn en geboortedatum van de natuurlijke persoon
    2. De in 2023 betaalde bedragen, inclusief eventuele kostenvergoedingen aan de natuurlijke persoon
    3. De datum waarop je de betaling deed

    Let op!

    Deed je een betaling in natura aan een natuurlijke persoon voor verrichte werkzaamheden of diensten? Dan moet je deze betaling in natura ook doorgeven.

    Uiterlijk 31 januari 2024!
    De betalingen aan natuurlijke personen die je in 2023 deed, moet je uiterlijk 31 januari 2024 doorgeven aan de Belastingdienst. Ben je inhoudingsplichtige voor de loonheffingen of een collectieve beheersorganisatie, dan moet je dit uit eigen beweging doen. In alle andere gevallen hoef je dit alleen te doen als de Belastingdienst daarom vraagt.

    Renseigneringsverplichting
    Het verplicht doorgeven van de betaalde bedragen aan de Belastingdienst wordt ook wel de renseigneringsverplichting genoemd. Je dient dit uit eigen beweging te doen. De verplichting geldt voor twee groepen administratieplichtigen:

    • Inhoudingsplichtigen, ofwel (rechts)personen met een loonheffingennummer
    • Bepaalde collectieve beheersorganisaties (cbo’s)

    Uitgesloten betalingen
    Bepaalde betalingen hoef je niet door te geven. Het gaat hier onder meer om betalingen voor werkzaamheden die zijn verricht als vrijwilliger, werkzaamheden en diensten waarvoor een factuur is uitgereikt met omzetbelasting, de werkzaamheden en diensten die zijn verricht als werknemer en de vergoedingen voor een auteursrecht.

    Tip!

    De renseigneringsverplichting geldt niet voor een niet in Nederland wonende of gevestigde werkgever die in Nederland geen inhoudingsplichtige is.

    Aan te leveren gegevens
    Het aanleveren van de gegevens moet digitaal. Het gaat hierbij om de volgende gegevens:

    • Naam, adres, bsn en geboortedatum van de ontvanger van de betaling
    • De in het kalenderjaar betaalde bedragen, inclusief eventuele kostenvergoedingen
    • De datum waarop je de uitbetaling hebt gedaan

    Let op!

    De in 2023 aan een derde betaalde bedragen moet je uiterlijk 31 januari 2024 aan de Belastingdienst doorgeven. Dit moet je dus uit eigen beweging doen, je kunt niet wachten tot de Belastingdienst hierom vraagt.

    Meer weten

    Heb je vragen over dit nieuwsartikel? Neem gerust contact op met een van onze adviseurs. Wij helpen je graag. Bekijk ook de andere artikelen van onze lonenspecial.

    Speciaal voor jou

    UITGELICHT

    Arbeidsvoorwaarden en cao
    Beperk het personeelsverloop binnen jouw organisatie met aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden. 
    Lees verder
    arrow right
    Bram Demoed

    Bram Demoed

    Aangiftemedewerker

    Vrachtwagenheffing 2026: Aanpassingen en internetconsultatie over privacy
    Vanaf 2026 wordt in Nederland een vrachtwagenheffing ingevoerd. Door gewijzigde Europese tolregels moet deze heffing worden aangepast. Geïnteresseerden kunnen reageren op de voorstellen via een internetconsultatie.
    Lees verder
    arrow right
    Corporate Recruiter
    Ben jij een ervaren recruiter die energie haalt uit het vinden van toptalent en graag samenwerkt met verschillende teams? Wil jij het recruitmentproces van A tot Z beheren en een belangrijke rol spelen in de groei van onze organisatie? Dan zijn wij op zoek naar jou!
    Lees verder
    arrow right
    Verlaging algemene heffingskorting en hogere afbouwgrens in 2025
    Het maximum van de algemene heffingskorting wordt per 2025 netto verlaagd met € 294, waardoor de maximale korting dan € 3.068 bedraagt. Vanaf 2025 wordt de afbouw van de maximale algemene heffingskorting gestart bij een hoger inkomen en loopt door tot het inkomen waarop het tarief van 49,5% van toepassing is. Dit is opgenomen in de belastingplannen voor 2025.
    Lees verder
    arrow right