Bij het afkopen van lijfrente moet je soms revisierente betalen. Wil je vanwege arbeidsongeschiktheid jouw lijfrente (deels) afkopen? Dan geldt voor deze situatie een gedeeltelijke vrijstelling voordat je revisierente moet betalen. Deze mogelijkheid bestond al, maar wordt nu wettelijk vastgelegd.
Een lijfrente wordt vaak aangeschaft om een pensioentekort aan te kunnen vullen. Onder voorwaarden zijn de betaalde premies van de lijfrente aftrekbaar. Bij afkoop van de lijfrente, je neemt jouw lijfrente dus eerder op dan (fiscaal) is afgesproken, betaal je belasting over de afkoopsom. Voor de te betalen belasting is bepalend welk deel van de premies je hebt afgetrokken. Daarnaast betaal je ook revisierente, onder meer omdat je door de aftrek van premies uitstel van belastingbetaling hebt genoten.
Als je arbeidsongeschikt raakt, gaat dit vaak gepaard met een terugval in inkomen. De wetgever heeft daarom bepaald dat in die gevallen de revisierente bij afkoop van een lijfrente gematigd wordt. Dit is al bij besluit geregeld, maar wordt nu wettelijk vastgelegd, zo blijkt uit de Fiscale Verzamelwet 2024.
Je moet kunnen aantonen dat je arbeidsongeschikt bent via een verklaring van een arts of doordat je aannemelijk maakt dat je vanwege jouw arbeidsongeschiktheid een periodieke uitkering ontvangt of binnenkort gaat ontvangen.
Het bedrag dat je bij arbeidsongeschiktheid uit de lijfrente op mag nemen, mag in 2023 in principe niet hoger zijn dan € 45.722. Een hoger bedrag kan ook, als het maar niet hoger is dan jouw gemiddelde inkomen van de voorgaande twee jaren, waarbij je maximaal met een inkomen van € 128.810 in 2022 en € 114.866 in 2021 rekening moet houden.
Is jouw afkoopbedrag hoger dan het maximumbedrag, dan betaal je revisierente over het meerdere.