Hoe kun je nu al slim inspelen op wijzigingen die vanaf 2023 gaan gelden? In dit nieuwsartikel geven wij jou als ondernemer praktische eindejaarstips inzake de btw.
Uiterlijk eind januari moeten de meeste ondernemers de laatste btw-aangifte van het jaar 2022 indienen. Vergeet dan niet te kijken naar de uitgaven voor jouw personeel en relatiegeschenken. De btw op deze uitgaven is niet altijd aftrekbaar, ook niet als de onderneming prestaties verricht die belast zijn met btw. Personeelsuitgaven zijn bijvoorbeeld personeelsuitjes en het bekende kerstpakket. Relatiegeschenken kunnen verschillend van aard zijn. Een bekend voorbeeld is het kistje wijn met kerst. Voor een aantal voorzieningen geldt een uitzondering of een speciale regeling. Dit geldt in elk geval voor verhuiskosten, de auto van de zaak en voor fietsen. De btw ten aanzien van personeelsuitgaven is niet aftrekbaar als de uitgaven voor het personeelslid in een jaar meer bedragen dan € 227 (excl. btw). Blijven de uitgaven onder dit bedrag, dan is de btw wel aftrekbaar.
Dit betekent dat je moet berekenen wat de uitgaven aan personeelsvoorzieningen per werknemer in een jaar zijn geweest.
Wanneer is de aftrek van btw op relatiegeschenken soms beperkt? De btw is niet aftrekbaar als de ontvanger van jouw geschenk – als hij het zelf zou kopen – minder dan 30% van de btw in aftrek zou kunnen brengen én je in dat jaar aan deze relatie meer dan € 227 (excl. btw) aan relatiegeschenken hebt gegeven.
Heb je op genoemde uitgaven in de loop van het jaar te veel of juist te weinig btw in aftrek gebracht, dan dien je dit in de laatste btw-aangifte te corrigeren.
De kleine ondernemersregeling (KOR) is sinds 2020 een vrijstellingsregeling. Ondernemers met een lagere jaaromzet dan € 20.000 kunnen hiervoor kiezen. De regeling is niet verplicht. De keuze voor de KOR houdt in dat je geen btw in rekening hoeft te brengen en automatisch bent ontheven van allerlei btw-verplichtingen.
Je verliest ook jouw recht op btw-aftrek. De KOR geldt ook voor rechtspersonen, zoals bv’s, stichtingen en verenigingen. Ondernemers die hebben gekozen voor de KOR en die vervolgens in de loop van enig jaar de omzetgrens van € 20.000 overschrijden, worden vanaf dat moment weer btw-plichtig.
Met name voor ondernemers die te maken hebben met afnemers/klanten die de btw niet kunnen terugvragen, kan de KOR uitkomst bieden.
Ondernemers die de KOR willen toepassen, dienen dit tijdig te melden bij de inspecteur. Het aanmeldformulier hiervoor moet uiterlijk vier weken voor de ingangsdatum van het aangiftetijdvak waarin je de KOR wilt laten ingaan, door de Belastingdienst zijn ontvangen. Een eenmaal gemaakte keuze voor de KOR geldt in beginsel voor drie jaar.
Wil je vanaf 2023 van de nieuwe KOR gebruikmaken, meld je dan uiterlijk eind november hiervoor aan.
Versoepeling KOR bij geringe omzet
Wanneer je een jaaromzet van maximaal € 1.800 heeft, dan kun je de KOR toepassen zonder dat je dit meldt aan de Belastingdienst. Deze versoepeling geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020.
Voor bijvoorbeeld particulieren die investeren in zonnepanelen maar niets met de btw willen, kan de nieuwe goedkeuring uitkomst bieden. Dit is alleen toegestaan indien de installatie een opwekvermogen van maximaal 10.000 Wattpiek heeft. Kom je daar bovenuit, dan moet je je wel registreren, maar kun je daarna wel van de KOR gebruikmaken.
Vanaf 1 januari 2023 is op de levering en installatie van zonnepanelen op of in de nabijheid van woningen geen btw meer verschuldigd. Particulieren hoeven zich vanwege de registratiedrempel in veel situaties dus niet meer te melden bij de Belastingdienst. Dat scheelt veel administratieve rompslomp, zowel voor jou als de Belastingdienst. Wellicht kun je de aanschaf of installatie uitstellen tot 2023.
Als je een webshop hebt of anderszins goederen of digitale diensten verkoopt aan particulieren in de EU, dan moet je bij het overschrijden van een totale EU-omzetdrempel van € 10.000 de btw voldoen in de lidstaten van jouw klanten. Deze regeling is 1 juli 2021 ingegaan. Om te voorkomen dat je je in de verschillende lidstaten moet registeren, bestaat de mogelijkheid de buitenlandse btw-aangifte(n) via het zogenaamde One-Stop-Shop-systeem in te dienen. Je moet je aanmelden bij de Belastingdienst. Met behulp van eHerkenning log je daartoe in in de ondernemingsportal ‘Mijn Belastingdienst Zakelijk’. Doe dat tijdig. Raadzaam is om dat te doen voorafgaand aan het btw-tijdvak waarin je bijvoorbeeld de EU-omzetdrempel overschrijdt. Voorbeeld: als je vanaf 1 januari 2023 gebruik wenst te maken van het nieuwe OSS-aangiftesysteem, raden wij je aan je vóór 1 januari 2023 aan te melden bij de Belastingdienst.
Als je in de afgelopen tien jaar een onroerende zaak met btw hebt aangeschaft, let er dan op dat de in aftrek gebrachte btw in het jaar van ingebruikname en de negen opvolgende jaren in bepaalde gevallen moet worden gecorrigeerd. Dit is het geval als de verhouding van het gebruik van de onroerende zaak voor btw-belaste versus btw-vrijgestelde prestaties is gewijzigd ten opzichte van het gebruik waarvan je uitging op het moment van aanschaf. Dit heeft tot gevolg dat je mogelijk btw moet terugbetalen of juist terugkrijgt van de Belastingdienst. Deze herzienings-btw geef je op in de laatste btw-aangifte van het jaar.
Ook voor roerende zaken waarop dient te worden afgeschreven, geldt een herzieningstermijn. De termijn hiervoor bedraagt echter het jaar van ingebruikname en de vier jaren erna.
Als jouw afnemers/debiteuren je niet betalen, kun je de al in rekening gebrachte en afgedragen btw onder voorwaarden terugkrijgen. Het moet dan duidelijk zijn dat jouw afnemer niet zal betalen, zoals bij een faillissement. Bij fictie is een niet-betaalde vordering sowieso één jaar na de opeisbaarheid daarvan oninbaar. Je doet er dan verstandig aan de btw in dat tijdvak via de btw-aangifte terug te vragen. Een later ingediend verzoek om teruggaaf biedt minder zekerheid op succes. Soms is ook al eerder duidelijk dat je niet meer op betaling hoeft te rekenen.
Tip!
Als een vordering één jaar na opeisbaarheid nog niet is betaald, kun je de btw in ieder geval terugvragen. De andere kant van de medaille is dat je de btw op een inkomende factuur weer moet terugbetalen aan de Belastingdienst indien je de factuur nog niet hebt betaald en sinds het verstrijken van de betaaltermijn ervan al een jaar is verstreken.
De btw op de vordering kan in de reguliere aangifte worden teruggevraagd in het tijdvak waarin de vordering oninbaar is gebleken.
Heb je in 2022 zonnepanelen geplaatst op jouw woning en/of bedrijfspand, dan kun je misschien meer btw terugvragen dan je denkt. De btw op de zonnepanelen kun je sowieso (deels) terugvragen, omdat je een deel van de energieproductie btw-belast aan het net levert. Hetzelfde geldt voor de energie ten behoeve van het btw-belaste zakelijk gebruik van de woning of het bedrijfspand.
Het kabinet heeft verder besloten dat het btw-tarief op zonnepalen die op woningen of bijgebouwen worden geplaatst, per 1 januari 2023 wordt verlaagd naar 0%. Omdat de btw al kon worden teruggevraagd, is dit niet zozeer een financieel voordeel, maar betekent het wel een vermindering van de administratieve lasten.
Tip!
Mogelijk kom je ook nog in aanmerking voor energie-investeringsaftrek.
Mogelijk kun je ook een deel van het dak waarop de zonnepanelen geplaatst zijn tot het btw-ondernemingsvermogen rekenen, als gevolg waarvan je ook over dat deel van de bouw- of verbouwingskosten van de woning de btw kunt terugkrijgen. In een uitspraak van de rechter werd dit toegestaan voor een ondernemer die een deel van zijn woning voor zijn bedrijf gebruikte en zijn woning als ondernemingsvermogen had aangemerkt.
In een andere uitspraak werd de aftrek niet toegestaan voor de btw die drukte op een pand waarop zonnepanelen waren geïnstalleerd. Volgens de uitspraak leiden zonnepanelen die deels btw-belast worden gebruikt er niet toe dat de gehele woning als zakelijk kan worden aangemerkt. Neem contact met ons op als je meer wilt weten.
Voor auto’s van de zaak die ook privé gebruikt worden, moet in de laatste btw-aangifte van het jaar btw over het privégebruik betaald worden. Daar staat tegenover dat je door het jaar heen de btw op alle autokosten in aftrek kunt brengen, althans, als je de auto gebruikt voor btw-belaste omzet. Voor de btw geldt woon-werkverkeer ook als privé.
Voor het btw-privégebruik kun je gebruikmaken van een forfaitaire regeling. Ga daarbij uit van een btw-heffing van 2,7% van de catalogusprijs van de auto, inclusief btw en bpm.
Tip!
Voor de auto van de zaak die vijf jaar (inclusief het jaar van ingebruikneming) of langer in de onderneming is gebruikt, geldt een lager forfait van 1,5%. Datzelfde percentage geldt ook als je bij de aankoop van de auto geen btw in aftrek kon brengen.
Je mag de forfaitaire regeling alleen toepassen als het privégebruik niet kan worden vastgesteld. Je mag dan de btw betalen over het werkelijke privégebruik. Dit kan soms voordeliger zijn. Je moet dan wel een (globale) kilometerregistratie bijhouden. Houd er rekening mee dat in dit geval woon-werkverkeer als privé wordt gezien.
Tip!
De niet-aftrekbare btw in verband met het privégebruik is een kostenpost voor jouw bedrijf en dus aftrekbaar van de winst.
In het Belastingplan is geen wijziging opgenomen ten aanzien van de faciliteiten die er zijn voor bedrijfsopvolgingen. Wel is – als onderdeel van een bredere aanpak van fiscale constructies – aangegeven dat de verhuur van vastgoed niet meer zal delen in deze fiscale faciliteiten. Begin november komt het kabinet met een reactie op een onderzoek dat is uitgevoerd naar de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten. Er wordt breed rekening mee gehouden dat de faciliteiten worden versoberd en (deels) zelfs afgeschaft.
Kom nu nog in actie en maak gebruik van de fiscale faciliteiten van bedrijfsopvolging.