De Wet tegemoetkomingen loondomein bestaat ook in 2022 uit drie onderdelen:
Het LIV, jeugd-LIV en LKV over 2021 worden in 2022 automatisch uitbetaald als uit de loonaangiften blijkt dat een werkgever hier recht op heeft. Dit gaat als volgt in zijn werk:
Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is per 1 januari 2021 verlaagd. De daling zet door en het jeugd-LIV zal met ingang van 2024 (uitbetaling 2025) zelfs helemaal verdwijnen. De maatregelen worden genomen om de kosten te dekken van een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd.
De bedragen voor 2022 zijn als volgt:
Gemiddeld uurloon 2022 | LIV per werknemer per uur | Maximaal LIV per werknemer per jaar |
˃ € 10,73 ≤ € 13,43 | € 0,49 | € 960 per jaar |
Je kunt het uurloon van jouw werknemers zelf beïnvloeden om er zo voor te zorgen dat je zo veel mogelijk van het LIV profiteert. Bijvoorbeeld door werknemers die iets boven de grens van het uurloon verdienen een kostenvergoeding via de werkkostenregeling te geven in ruil voor iets minder loon. Uiteraard kan dit alleen binnen de geldende wettelijke fiscale mogelijkheden.
Voorwaarden LIV
De voorwaarden om in aanmerking te komen voor het LIV, zijn in 2022 ongewijzigd:
Geen actie nodig voor aanvragen LIV
Voor het aanvragen van het LIV hoef je geen actie te ondernemen. Het UWV beoordeelt namelijk aan de hand van de loonaangiften of je aan de voorwaarden voldoet. Vervolgens stuurt het UWV de informatie naar de Belastingdienst. Deze neemt de uiteindelijke beslissing. Je krijgt vóór 15 maart een voorlopige berekening en je kunt tot en met 1 mei correcties over het voorgaande jaar sturen. De definitieve berekening van het LIV ontvang je altijd vóór 1 augustus.
Het jeugd-LIV is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers in verband met de verhoging van het minimumjeugdloon als gevolg van een verlaging van de leeftijd waarop recht bestaat op het volwassen minimumloon. De bedragen voor het jeugd-LIV zijn met ingang van 2020 gehalveerd en worden met ingang van 2024 (uitbetaling 2025) afgeschaft. Hierdoor ontvang je voor werknemers van 18 tot 21 jaar een lagere bijdrage en vanaf 2024 geen bijdrage meer voor de hogere loonkosten door de verhoging van het minimumjeugdloon. Per 1 juli 2022 zullen de nieuwe uurloongrenzen bekend worden gemaakt.
Bedragen jeugd-LIV 2021
Indien een werknemer binnen de uurloongrenzen valt en voldoet aan de overige voorwaarden, dan heeft een werkgever voor een werknemer recht op het jeugd-LIV. Hoeveel het voordeel precies is, hangt zowel af van het aantal verloonde uren als van de leeftijd van de werknemer. De bedragen zijn ten opzichte van eerdere jaren enigszins versoberd.
Leeftijd op 31 december 2020 | Jeugd-LIV per uur in 2021 | Maximale jeugd-LIV per werknemer in 2021 |
20 jaar | € 0,30 | € 613,60 |
19 jaar | € 0,08 | € 166,40 |
18 jaar | € 0,07 | € 135,20 |
Een werkgever die gebruikmaakt van bbl-leerlingen (beroepsbegeleidende leerweg) kan ook in aanmerking komen voor het jeugd-LIV. De werkgever krijgt deze tegemoetkoming als hij de bbl-leerling betaalt volgens het wettelijk minimumjeugdloon dat hoort bij zijn leeftijd. De werkgever mag de bbl-leerling ook minder betalen dan het wettelijk minimumjeugdloon. Doet hij dat, dan is er geen recht op jeugd-LIV.
Let op!
Indien de werkgever in de loonaangifte onjuiste gegevens heeft opgenomen terwijl het voor de toepassing van deze wet van belang is dat deze juist zijn, kan hem een bestuurlijke boete van maximaal € 1.319 per gegeven per werknemer per jaar worden opgelegd.
Voorwaarden jeugd-LIV
Een werkgever heeft recht op het jeugd-LIV voor elke werknemer die voldoet aan deze drie voorwaarden:
Het gemiddelde uurloon is het loon uit dienstbetrekking van een jaar, gedeeld door het aantal verloonde uren in dat jaar.
Uurloongrenzen 2021
De uurloongrenzen voor de verschillende leeftijden voor de jeugd-LIV worden elk jaar op 1 juli bekend gemaakt. De cijfers voor 2022 volgen later. De bedragen per 1 juli 2021 zijn als volgt:
Leeftijd op 31 december 2019 | Ondergrens | Bovengrens |
20 jaar | € 8,43 | € 10,48 |
19 jaar | € 6,32 | € 9,38 |
18 jaar | € 5,27 | € 7,04 |
Einde jeugd-LIV
Zoals het zich nu laat aanzien, zal het jeugd-LIV met ingang van 2024 komen te vervallen.
Het vorige kabinet werkte wel aan een oplossing voor het verdwijnen van het jeugd-LIV. Zo zijn er met werkgevers afspraken gemaakt over de toekomst van het LKV en (jeugd-)LIV. Het vorige kabinet wilde het LIV gerichter in gaan zetten en omvormen tot een loonkostenvoordeel (LKV) voor potentieel kwetsbare jongeren. Dit moet – samen met de afspraak om het LKV voor banenafspraak structureel te maken – werkgevers blijven stimuleren om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen en te houden.
Vanaf 2018 hebben werkgevers die oudere uitkeringsgerechtigden, arbeidsbeperkten of werknemers die onder de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden vallen in dienst nemen, recht op zogenaamde loonkostenvoordelen (LKV’s). De voorwaarden hiervoor blijven in 2022 gelijk.
Bedragen 2022
LKV | Bedrag per verloond uur | Maximumbedrag per jaar | Duur |
Oudere werknemer | € 3,05 | € 6.000 | 3 jaar |
Arbeidsgehandicapte werknemer | € 3,05 | € 6.000 | 3 jaar |
Doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden | € 1,01 | € 2.000 | 3 jaar |
Herplaatsen arbeidsgehandicapte
werknemer | € 3,05 | € 6.000 | 1 jaar |
Als een werkgever een werknemer in dienst neemt die moeilijk toegang heeft tot de arbeidsmarkt, is hiervoor een loonkostenvoordeel beschikbaar. Wie bij het aanvragen van deze tegemoetkoming fouten maakt, heeft voldoende mogelijkheden deze te corrigeren. Extra mogelijkheden voor correctie zijn dan ook niet nodig.
Als je het voordeel aanvraagt, heb je een doelgroepenverklaring nodig. Het loonkostenvoordeel kan oplopen tot € 6.000 per werknemer per jaar.
Loonaangifte
Je moet in jouw loonaangifte aanvinken dat je voor een bepaalde werknemer recht hebt op het loonkostenvoordeel. Maak je hierbij een fout, dan kun je dit zelf eenvoudig herstellen.
Corrigeren tot 1 mei
Je kunt door het insturen van een correctiebericht jouw vergissing ongedaan maken, ook over de voorgaande maanden. Dit kan maandelijks in het kalenderjaar waarover je de tegemoetkoming aanvraagt. Ook in het jaar volgend op dat kalenderjaar kun je nog correctieberichten insturen. Dat kan tot uiterlijk 1 mei van dat jaar. Correcties na 1 mei worden niet meer meegenomen in de definitieve berekening.
Lees ook onze andere artikelen van de lonenspecial. Heb je vragen over een van de onderdelen van dit nieuwsartikel? Onze salarisadviseurs helpen je graag op weg. Neem gerust contact met ons op om jouw situatie voor te leggen.