8 mei 2023

Lager forfait voor verpachte landbouwgronden en obligaties box 3?

Na een onderzoek is het kabinet tot de conclusie gekomen dat een apart (lager) forfait voor vermogensbestanddelen waarvoor een wettelijk maximum geldt (verpachte landbouwgronden) en laag renderende beleggingen (obligaties) niet wenselijk wordt geacht. 

Forfait 6,17%

Alle vermogensbestanddelen die niet kunnen worden aangemerkt als bank- of spaartegoed vallen in de categorie overige bezittingen, waarvoor in 2023 een forfaitair rendement van 6,17% geldt. Voor bepaalde vermogensbestanddelen, waaronder vermogensbestanddelen waarvoor een (veel) lager wettelijk maximum geldt en laag renderende beleggingen, wordt dit forfait als onrechtvaardig hoog ervaren. Daarom onderzocht het kabinet de mogelijkheid van aparte categorieën met een eigen forfaitair rendement.

Verpachte landbouwgronden

Voor verpachte landbouwgronden geldt een maximale pachtprijs van 2% van de vrije verkeerswaarde. Dit is veel lager dan de 6,17% die geldt in de categorie overige bezittingen. Dit forfait van 6,17% bestaat echter niet alleen uit direct rendement (de pachtprijs van maximaal 2%), maar ook uit indirect rendement (waardeontwikkelingen). Het kabinet geeft aan dat de waarde van de gronden vanaf 2012 met gemiddeld 64% is toegenomen. Daarmee zou een forfait voor verpachte landbouwgronden, indicatief, uitkomen op 6,50%. Om die reden acht het kabinet een aparte categorie onwenselijk.

Obligaties

Met een apart forfait voor obligaties zou gemiddeld beter bij het werkelijke rendement kunnen worden aangesloten. Veel belastingplichtigen beleggen echter in beleggingsfondsen. Die beleggingsfondsen zijn samengesteld uit onder andere aandelen, onroerend goed en obligaties. Het is voor banken niet mogelijk om het aandeel obligaties in beleggingsfondsen apart aan de Belastingdienst door te geven. De samenstelling van deze fondsen is namelijk niet bekend en wijzigt bovendien in de tijd. Om die reden acht het kabinet ook hier een aparte categorie onwenselijk.

Geen tegenbewijsregeling

Het kabinet onderzocht ook nog de mogelijkheid van een tegenbewijsregeling waardoor belastingplichtigen kunnen aantonen dat hun werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Zo’n tegenbewijsregeling vindt het kabinet echter niet verstandig. Zo zou zo’n regeling selectief gebruikt worden (alleen in de jaren dat het werkelijk rendement lager is) en een groot beroep doen op het doenvermogen van de belastingplichtige en op de capaciteit in de uitvoering bij de Belastingdienst.

Let op!

Deze plannen moeten nog worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Stage in de samenstelpraktijk
Het beste van twee werelden? Dat biedt ons kantoor Leeuwarden in deze stage. Een unieke kans! In deze stage van 16 weken kun je ervaring op doen in de samenstelpraktijk. Ben jij die enthousiaste en leergierige student, die met plezier en op betrokken wijze ons team kan versterken? En ben jij de accountancytopper met gevoel voor de digitale wereld die graag in de praktijk het vak wil leren? Dan zoeken wij jou!
Lees verder
arrow right
Echtscheiding
Onze juristen kunnen je begeleiden in het scheidingstraject en helpen om de bedrijfscontinuïteit te waarborgen.
Lees verder
arrow right
Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf 2024
Waar moet je op letten bij een bedrijfsoverdracht binnen de familie? Continuïteit is een van de belangrijkste doelstellingen voor familiebedrijven. Daarnaast zijn fiscaal-juridische aspecten van groot belang. Met de (voorgenomen) wijzigingen in de BOR en de DSR is het essentieel om je goed en tijdig voor te bereiden.
Lees verder
arrow right
Marc de Bood

Marc de Bood

Assistent-accountant

Nieuwe subsidie voor Waterstof in Mobiliteit (SWIM) beschikbaar voor aanvraag
Ondernemerssamenwerkingen kunnen nu de nieuwe Subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWIM) aanvragen. Deze regeling is bedoeld als alternatief voor investeringen in elektrische vrachtwagens en (bestel)bussen.
Lees verder
arrow right