Er heerst verwarring over de verplichting om een verklaring te overleggen indien een ondernemer gebruikmaakt van de NOW. Om welke verklaringen gaat het?
Om massale ontslaggolven te voorkomen, heeft de overheid begin maart de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) in het leven geroepen. Deze NOW kent twee tijdvakken. Voor het eerste tijdvak (NOW 1.0) moest er uiterlijk op 5 juni 2020 een aanvraag zijn ingediend, het tweede tijdvak (NOW 2.0) is op 6 juli 2020 aangevangen.
In beide regelingen is de verplichting opgenomen dat de onderneming binnen 24 weken na het doen van de aanvraag een definitieve vaststelling van de subsidie moet aanvragen.
In een aantal gevallen zal de onderneming een verklaring moeten overleggen bij het vaststellingsverzoek. Daarbij zijn er drie situaties te onderscheiden.
Situatie 1
De onderneming heeft een voorschot ontvangen dat € 20.000 of lager is en de definitieve toegekende subsidie is niet hoger dan € 25.000. In dat geval hoeft de onderneming geen enkele verklaring te overleggen.
Situatie 2
De onderneming heeft een voorschot ontvangen van meer dan € 20.000, maar minder dan € 100.000 en de uiteindelijke toegekende subsidie is meer dan € 25.000, maar minder dan € 125.000. De onderneming moet dan een zogenaamde ‘derdenverklaring’ overleggen. Deze derdenverklaring kan worden afgegeven door een accountant, administratiekantoor of een belasting- of financieel adviseur. In deze derdenverklaring bevestigt de hiervoor genoemde persoon dat uit de administratie blijkt dat de in het vaststellingsverzoek gemelde omzetdaling zich daadwerkelijk heeft voorgedaan. Het werk dat deze derde hiervoor moet verrichten en het tijdsbeslag dat hiermee gepaard gaat, zullen in de praktijk relatief beperkt zijn.
Situatie 3
Wanneer de onderneming meer dan € 100.000 aan voorschot en/of een uiteindelijk toegekende subsidie van meer dan € 125.000 heeft gekregen, moet de onderneming bij het vaststellingsverzoek een zogenaamde accountantsverklaring overleggen. Dat houdt in dat een registeraccountant (RA) of een accountant-administratieconsultent (AA) moet verklaren dat de door jou gemelde omzetdaling daadwerkelijk blijkt uit de administratie.
De werkzaamheden en de tijd die gepaard gaan met het afgeven van een accountantsverklaring, zullen in de praktijk omvangrijker zijn dan bij een derdenverklaring. Welke werkzaamheden de accountant precies moet uitvoeren, wordt momenteel nog besproken met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Het lijkt in een crisissituatie natuurlijk aantrekkelijk om met omzetcijfers te gaan schuiven om zo een hogere subsidie te krijgen. Houd er echter rekening mee dat wanneer een adviseur of accountant dit constateert, je geen verklaring krijgt en dus helemaal geen subsidie krijgt en het reeds ontvangen voorschot moet terugbetalen. Daarnaast loop je het risico dat je wegens het plegen van fraude wordt vervolgd. Kortom: presenteer de cijfers zoals ze zijn.
Een derdenverklaring mag worden afgegeven door jouw adviseur. Deze verklaring is vereist bij een voorschot van meer dan € 20.000 of een definitieve subsidie van meer dan € 25.000. Bedraagt het voorschot meer dan € 100.000 of is de definitieve subsidie meer dan € 125.000, dan is een verklaring van een accountant vereist.