21 juni 2024

Wetsvoorstel box 3: naar een concreter stelsel vanaf 2027

Het voorstel voor het nieuwe box 3-stelsel, gebaseerd op werkelijk rendement vanaf 2027, is verder gespecificeerd. De belasting van onroerende zaken in dit nieuwe stelsel is nu ook vastgelegd. Dit voorstel is ter advisering voorgelegd aan de Raad van State.

Belasten onroerende zaken

In het nieuwe stelsel wordt zowel het directe rendement als het indirecte rendement op onroerende zaken belast in box 3.

Direct rendement

Het directe rendement is het rendement dat jaarlijks behaald wordt, bijvoorbeeld huur en pacht, maar ook het rendement in natura door eigen gebruik van de onroerende zaak. De wijze van belastingheffing is afhankelijk van de categorie waarin de onroerende zaak wordt ingedeeld.

  1. Bij een onroerende zaak die minimaal 328 dagen (of 329 dagen in een schrikkeljaar) in het jaar verhuurd wordt:
    a. is de ontvangen huur- of pacht belast, en
    b. zijn onderhouds- en andere kosten hierop aftrekbaar.
  2. Bij een onroerende zaak die het gehele jaar niet verhuurd wordt:
    a. is 2,65 % van de WOZ-waarde (de zogenaamde vastgoedbijtelling die het voordeel in natura van het eigen gebruik vertegenwoordigd) belast, en
    b. zijn onderhouds- en andere kosten niet apart aftrekbaar, maar verdisconteerd in de vastgoedbijtelling.
  3. Bij een onroerende zaak die voor minder dan 328 dagen (of 329 dagen in een schrikkeljaar) in het jaar verhuurd wordt, worden de twee hiervoor beschreven berekeningen met elkaar vergeleken en:
    a. is de ontvangen huur- of pacht verminderd met de onderhouds- en andere kosten belast, of
    b. is, als dit tot een hoger bedrag leidt, 2,65 % van de WOZ-waarde belast.

Let op!

Verschuldigde rente over schulden kun je wel in aftrek brengen, ook als je de vastgoedbijtelling toe moet passen.

Onderhoudskosten en verbeteringskosten

In het nieuwe voorgestelde stelsel is het onderscheid tussen onderhouds- en verbeteringskosten van belang. Onderhoudskosten zijn in het jaar aftrekbaar of verdisconteert in de vastgoedbijtelling. Verbeteringskosten worden pas verrekend bij het realiseren van het indirecte rendement.

Let op!

Heel kort omschreven zijn onderhoudskosten kosten voor het repareren van bestaande elementen van de onroerende zaak, denk aan schilderen. Bij verbetering worden kosten gemaakt die iets toevoegen aan de onroerende zaak, denk aan een aanbouw.

Indirect rendement

Het indirecte rendement is belast volgens de vermogenswinstbelasting. Dit betreft de winst die behaald wordt door de waardeontwikkeling tijdens de periode dat een belastingplichtige onroerend goed bezit. De belastingheffing vindt plaats aan het einde van de bezitsduur, bijvoorbeeld bij verkoop. De wijze van belastingheffing vindt voor alle onroerende zaken op dezelfde wijze plaats. Het maakt hierbij dus niet uit of de onroerende zaak voor minimaal 328 dagen per jaar verhuurd wordt, voor minder dagen of helemaal niet.

Let op!

De verbeteringskosten worden bij de berekening van het indirecte rendement wel verrekend. Een heel simpel voorbeeld: kosten van aankoop van een onroerende zaak € 500.000, verbeteringskosten door de jaren heen € 250.000, opbrengst bij verkoop € 900.000. De vermogenswinst bedraagt dan € 150.000 (€ 900.000 -/- € 500.000 -/- € 250.000).

Andere parameters

In het aan de Raad van State aangeboden wetsvoorstel zijn nog meer parameters opgenomen die nog niet eerder bekend waren. Zo wordt voorgesteld om het heffingsvrije inkomen vast te stellen op € 1.250, een verliesdrempel van € 500 te hanteren en een belastingtarief van 36%.

Let op!

Het nieuwe kabinet uiteraard ook nog andere keuzes maken voor de diverse parameters.

Niet voor periode 2017-2026

Het is de bedoeling van de wetgever om het nieuwe stelsel per 1 januari 2027 in te laten gaan. De hiervoor beschreven berekening van bijvoorbeeld het werkelijke rendement op onroerende zaken geldt dan ook pas als de wetsvoorstellen ongewijzigd worden aangenomen en per 1 januari 2027 worden ingevoerd.

Raad van State

Door het nu aanbieden van het wetsvoorstel aan de Raad van State kan invoering van het nieuwe stelsel per 1 januari 2027 misschien nog gehaald worden. Na ontvangst van het advies van de Raad van State kan het nieuwe kabinet beslissen of ze het wetsvoorstel, met of zonder wijzigingen, indienen bij de Tweede Kamer.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Hoge Raad: dertien jaar uitzendwerk is geen tijdelijk werk
Een bedrijf dat bijna dertien jaar dezelfde uitzendkracht inleent, kan zich niet beroepen op de behoefte aan een ‘flexibele schil’. Volgens de Hoge Raad kan dit misbruik van de uitzendovereenkomst opleveren.
Lees verder
arrow right
Uitstel wijziging belastingdruk lucratief belang tot 2028
Een werknemer die aandelen, vorderingen of andere rechten ontvangt als beloning voor zijn werkzaamheden, kan te maken krijgen met de lucratiefbelangregeling. Hoewel er vanaf 1 januari 2026 wijzigingen in deze regeling zouden ingaan, heeft de Tweede Kamer besloten het ingangsjaar uit te stellen naar 1 januari 2028.
Lees verder
arrow right
Duurzame inzetbaarheid/verzuim
Met duurzame inzetbaarheid en verzuimmanagement voorkom, beheers en dring je verzuim terug.
Lees verder
arrow right
Mogelijk alleen nog compensatie transitievergoeding voor kleine ondernemers
Bij ontslag van een werknemer die langer dan twee jaar ziek is, heeft de werknemer recht op een transitievergoeding. De werkgever schiet deze vergoeding voor en kan deze vervolgens terugvorderen bij het UWV. Mogelijk gaat deze regeling veranderen.
Lees verder
arrow right
Leendert Eelman

Leendert Eelman

Salarisadviseur

Hond meenemen naar het werk kan arbeidsvoorwaarde zijn
Rechters krijgen in het arbeidsrecht regelmatig bijzondere vragen voorgelegd. Zo ook in een recente zaak waarin centraal stond of het meenemen van een hond naar het werk als arbeidsvoorwaarde geldt.
Lees verder
arrow right