Een belangrijk onderdeel van de conditionaliteit zijn de GLMC’s. Hieronder hebben we per GLMC een uitleg gegeven. Op basis hiervan kun je bepalen met welke GLMC’s je te maken krijgt. Vervolgens moet je bepalen of en hoe je hieraan kunt voldoen.
Hieronder wordt beknopt uitleg gegeven over de negen GLMC’s. Nog niet alle details van de GLMC’s zijn definitief vastgesteld.
De ‘blijvend graslandeis’ is ook al van toepassing in het huidige GLB. Neemt het totaal aandeel blijvend grasland in Nederland te sterk af, dan kun je te maken krijgen met bijvoorbeeld een scheurverbod of een herinzaaiplicht.
Hierin wordt geregeld dat je, ook vanuit het GLB, in bepaalde gebieden moet voldoen aan het peilbesluit van het waterschap. Kortom geen extra eisen. Mogelijk dat je in de toekomst in bepaalde veengebieden te maken krijgt met extra eisen.
Dit is in Nederland al geregeld en daardoor geen verzwaring van de regels.
Je bent verplicht om langs watervoerende sloten bufferstroken (teeltvrije zones) aan te leggen. Nederland wil aansluiten bij de verplichtingen vanuit het 7e Actieprogramma. De standaard breedtes voor bufferstroken zijn:
Hierop gelden enkele uitzonderingen die ook in het 7e Actieprogramma staan.
Heb je een bedrijf in heuvelachtige gebieden in Limburg? De huidige regels komen ook in het nieuwe GLB terug.
Je bent verplicht om tenminste in het groeiseizoen een gewas te telen. Teel je geen hoofdgewas? Dan ben je verplicht om in de periode van 31 mei t/m 31 augustus een groenbemester te telen. Waarschijnlijk mag je de bodem van deze percelen ook bedekken met gewasresten of ruige stalmest.
De basisregel is dat je ieder jaar en ander gewas teelt dan het voorgaande jaar. Teel je een volgteelt (vanggewas) na de hoofdteelt? Dan kun je ook voldoen aan deze voorwaarde. De exacte voorwaarden van volgteelt zijn nog niet bekend. Deze eis komt bovenop het telen van een verplicht rustgewas op zand- en lössgrond vanuit het 7e Actieprogramma.
De hoofdregel is dat je 4% van jouw bouwland inricht als ‘niet-productief areaal’. Dit kunnen zijn: sloten, poelen, plas-drassen, houtopstanden, houtwallen, individuele of groepen bomen, bomenrij, bufferstroken, groene braak en/of akkerranden. Voor bepaalde elementen gelden min./max. afmetingen. Ook kunnen weegfactoren gelden, waardoor een element zwaarder meetelt.
Je mag, net als nu, blijvend grasland in Natura 2000-gebieden niet scheuren.
Is het ook voor jou ‘een hele puzzel’ om te bepalen of je vanaf 2023 aan de GLMC’s kunt voldoen? Neem dan contact met ons op. Wij kunnen je hierbij ondersteunen.