Hebben jouw werknemers een vaste kostenvergoeding? Dan kun je misschien belasting besparen als je zorgt voor een goede vastlegging.
In principe vormt een vaste kostenvergoeding belast loon voor jouw werknemer. Hij of zij is daarover loonheffing verschuldigd. Je kunt dit voorkomen door de vaste kostenvergoeding aan te wijzen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Je betaalt dan pas 80% eindheffing vanaf het moment dat je met alle aangewezen vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen boven de jaarlijkse vrije ruimte uitkomt.
Let op!
De vaste kostenvergoeding moet wel voldoen aan de gebruikelijkheidstoets. Dit betekent dat de vergoeding niet meer dan 30% mag afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is. Is de afwijking groter, dan mag je het meerdere niet aanwijzen in de vrije ruimte. Dat deel is dan als loon belast bij jouw werknemer.
De Belastingdienst beschouwt alle vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van maximaal € 2.400 per persoon per jaar als gebruikelijk.
Door het aanwijzen van de volledige vaste kostenvergoeding in de vrije ruimte gebruik je misschien al een groot gedeelte van deze vrije ruimte. Als (een deel van) jouw vaste kostenvergoeding gericht vrijgesteld is of als intermediaire kosten niet tot het loon behoort, kun je echter meer vrije ruimte overhouden. Je moet dan wel aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Om (een deel van) de vaste kostenvergoeding als gerichte vrijstelling of intermediaire kosten te laten kwalificeren, moet je aan de volgende voorwaarden voldoen:
Tip!
Bestond de vaste onkostenvergoeding al voordat je de werkkostenregeling ging toepassen, dan hoef je alleen een nieuw onderzoek naar de werkelijk gemaakte kosten te doen als de omstandigheden, waarop de vergoedingen zijn gebaseerd, veranderen.
De werkkostenregeling is in 2015 definitief ingevoerd. De kans dat de omstandigheden zijn veranderd, is dan ook zeker niet uit te sluiten. Onderzoek daarom of je wellicht een nieuwe onderbouwing moet maken.
De onderbouwing en het onderzoek naar de werkelijk gemaakte kosten moet altijd gebeuren voordat je de vaste kostenvergoeding geeft. Deed je nog niet zo’n onderzoek, dan kun je dus alleen voor de toekomst mogelijk gebruikmaken van de gerichte vrijstellingen en intermediaire kosten.
Het kan zeker de moeite lonen om zo’n onderzoek te doen naar de werkelijk gemaakte kosten. Er is namelijk een flink aantal kosten die onder een gerichte vrijstelling of intermediaire kosten valt. Denk bijvoorbeeld aan een vergoeding voor woon-werkverkeer a € 0,19 per kilometer, voor het wassen van de auto van de zaak, voor het internetgebruik thuis en voor een mobiele telefoon.