15 juli 2020

Update lonenspecial: wet DBA

In de update van de lonenspecial 2020 tref je de belangrijkste wijzigingen aan op het gebied van personeel- en salarisadministratie. In dit nieuwsartikel gaan wij in op de wet DBA. Het kabinet wil de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (Wet DBA) vervangen. Deze wet zorgt namelijk voor te veel onrust en onzekerheid onder zzp’ers en hun opdrachtgevers.

Minimumtarief en zelfstandigenverklaring van de baan

Er lag een wetsvoorstel klaar voor de Tweede Kamer inzake de Wet minimumbeloning zelfstandigen en zelfstandigenverklaring waarbij een minimumtarief van € 16 per uur werd voorgesteld. Met dit minimumtarief wilde het kabinet de zelfstandigen aan de onderkant van de arbeidsmarkt beschermen. Echter is dit wetsvoorstel van de baan, zo maakte het kabinet 15 juni 2020 bekend. Het voorstel zou voor een zelfstandig ondernemer zorgen voor te veel onduidelijkheid en te veel administratieve lasten. Daarbij zou het lastig te handhaven zijn.

Wat wel?

In plaats hiervan zal de regering zich richten op het tegengaan van ongewenste concurrentie op arbeidsvoorwaarden tussen werknemer en zelfstandigen om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Bovendien is afgesproken dat er een wettelijke verzekeringsplicht voor het arbeidsongeschiktheidsrisico bij zelfstandigen komt en wordt deelname aan pensioenregelingen door zzp’ers nader bezien.

Webmodule

Het kabinet heeft ook aangegeven om de ontwikkeling van een webmodule - aan de hand waarvan kan worden bepaald wanneer er geen sprake is van een dienstbetrekking - verder voort te zetten. De tweede versie van deze webmodule is in voorbereiding. De regering zal na het zomerreces een verder tijdspad aangeven en een pilot van de webmodule testen. Na zes maanden zal de pilot worden geëvalueerd en wordt er beslist over de verdere voortgang.

De tweede versie van de module geeft op basis van ingevulde informatie een van de volgende oordelen:

  1. Opdrachtgeversverklaring (de opdrachtnemer is geen werknemer)
  2. Indicatie voor dienstbetrekking
  3. Geen opdrachtgeversverklaring, geen indicatie dienstbetrekking (geen oordeel mogelijk)

Deze uitkomsten hebben in de pilotfase geen juridische status. Het streven is om bij de introductie van de webmodule wel juridische gevolgen te verbinden aan de opdrachtgeversverklaring, zodat een opdrachtgever hier zekerheid aan kan ontlenen.


Gezagscriterium

Een belangrijke voorwaarde voor een dienstbetrekking is het bestaan van een gezagsverhouding. Dit criterium is echter verre van duidelijk. In het Handboek Loonheffingen 2020 is een uitgebreide toelichting opgenomen, waarin indicaties en contra-indicaties voor gezag worden gegeven. Bij de beoordeling of sprake is van gezag, moeten alle feiten en omstandigheden in samenhang worden gewogen.

Handhaving

De Belastingdienst heeft aangekondigd handhaving op naleving van de Wet DBA uit te stellen tot 1 januari 2021. In het najaar van 2020 wordt geoordeeld over mogelijk verder uitstel op de handhaving.

Kwaadwillendheid

Met ingang van 1 januari 2020 wordt echter wel actiever gehandhaafd bij kwaadwillende opdrachtgevers. Dit kan leiden tot correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen, eventueel met een boete. Daadwerkelijke handhaving zal altijd voorafgegaan worden door toezicht door de Belastingdienst, bijvoorbeeld door middel van een bedrijfsbezoek of boekenonderzoek.

Wanneer kwaadwillend?

Een werkgever wordt als kwaadwillend beschouwd als deze ‘opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking’. Hiervoor moet worden bewezen dat sprake is van drie dingen:

  • een (fictieve) dienstbetrekking
  • evidente schijnzelfstandigheid
  • opzettelijke schijnzelfstandigheid

Aanwijzingen

Het kan ook voorkomen dat bij een controle niet direct wordt geconstateerd dat sprake is van kwaadwillendheid, maar dat wel blijkt dat sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking. In dat geval wordt nog niet gehandhaafd, maar kan de Belastingdienst wel aanwijzingen opleggen. Met deze aanwijzingen moet de werkgever vervolgens aan de slag om:

  • de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat er sprake is van werken buiten dienstbetrekking, of
  • de arbeidsrelatie als dienstbetrekking te verwerken in de aangifte.

Voor het opvolgen van aanwijzingen krijgt een werkgever doorgaans drie maanden de tijd. Wordt na die drie maanden geconstateerd dat de aanwijzingen niet voldoende zijn opgevolgd? Dan kan alsnog worden gehandhaafd.

Tot slot

Lees ook onze andere updates van de lonenspecial:

Let op!

De Belastingdienst heeft aangegeven zeker tot 1 januari 2021 te blijven controleren op kwaadwillendheid.

Miranda Kooi

Miranda Kooi

Casemanager verzuim

Bedrijfsfinanciering
Op zoek naar een bedrijfsfinanciering? Een bankfinanciering maximaliseert je slagingskans. 
Lees verder
arrow right
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor bv’s met deelnemingen in vof’s
De hoogte van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) wordt bepaald door het totale investeringsbedrag in een jaar. Maar hoe bereken je de KIA wanneer een bv in meerdere vennootschappen onder firma (vof's) participeert?
Lees verder
arrow right
Belastingrente Vpb in strijd met evenredigheidsbeginsel
De Rechtbank Noord-Nederland heeft op 7 november 2024 vastgesteld dat de belastingrente die de Belastingdienst sinds 2022 in rekening brengt over aanslagen vennootschapsbelasting in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Als de Belastingdienst bij jou belastingrente in rekening brengt over een (voorlopige) aanslag, overweeg dan bezwaar te maken of een verzoek tot herziening in te dienen.
Lees verder
arrow right